junior5000.reismee.nl

Montenegro

Montenegro



Nog drie dagen hebben we door Albanië gereden, richting Montenegro. Het landschap was en bleef mooi en de mensen werden ook wat vriendelijker, maar het wegennet was slecht. In vele gevallen was het zigzag rijden om grote gaten en scheuren te vermijden. Dat deed me denken aan de bergritten in Italië twaalf jaar geleden, maar dan nog iets erger. Het land is arm en dat kun je overal aan alles goed zien. Het vinden van overnachtingsplaatsen was ook niet erg eenvoudig en de paar campings die er waren, waren voor Albanese begrippen erg duur, echt gericht op westers toerisme en daar besteden we ons geld liever niet aan. Als die prijzen overeenkomstig zouden zijn met de prijzen in Albanië, dan zouden we daarvoor gekozen hebben. Al met al een mooi land, maar behoort nog niet tot onze favorieten. En ook dit weer is puur een gevoelskwestie en niet feitelijk onderbouwd.

Bij de grensovergang naar Montenegro moesten we aansluiten in een rij wachtenden. En al vrij snel werden we omringt door bedelende vrouwen met kleine kinderen die maar bleven jengelen voor geld om eten te kopen. Het deed ons vreemd aan want echt ondervoed zagen ze er niet uit, dus wij hebben ze ook maar vriendelijk verzocht elders hun geluk te zoeken. Na een half uurtje waren we de grens over, en na tien minuten hadden we de sticker van Montenegro al gekocht. In de meeste gevallen vinden we die pas op het eind, zo ook die van Albanië, die we tweehonderd meter voor de grens bij een souvenirwinkeltje pas konden kopen. Al vrij snel kwamen we een benzinepompstation tegen, waar we een kaart kochten, inclusief een boekje over Montenegro. We konden daar ook onze watertank vullen en kwamen er achter dat de valuta Euro’s waren. Dat maakt het boodschappen doen meteen een stuk eenvoudiger. De diesel is hier € 1,26. Na het tanken hebben we de weg vervolgd tot aan een smalle zijweg en die zijn we ingeslagen. We kwamen uit bij een ruïne met een redelijk vlakke parkeerplaats. Daar hebben we een paar nachten gestaan. Het was zo warm dat we onze luifel uit moesten zetten en dat gaf ons het gevoel terug te zijn op de Stieltjestraat en op ons balkon zaten, alleen vele malen rustiger en met een wijds uitzicht over een dal met in de verte bergen. Hier hebben we weer lekker cello kunnen spelen en ons setje uit kunnen breiden met Air en het Avondlied. Wat er met de honden aan de hand is weten we niet. s’Avonds na het eten popelen ze om binnen te mogen ondanks dat wij nog lekker buiten zitten. De volgende ochtend vonden we een schildpadje niet groter dan vijf centimeter. Om te voorkomen dat de honden met het beestje aan de gang gaan, hebben we hem onder de struiken teruggezet. Binnen genieten we nog van de rozen die Olga in Albanië heeft geplukt. We besloten om deze weg die dwars door Montenegro loopt te blijven volgen. We hadden van mede-camperaars al wel gehoord dat een bepaald stuk weg zo smal werd dat je elkaar niet kan passeren. Op dat moment moet er eentje achteruit, een stukje de berm in zodat de ander er langs kan. Het was een rustige weg, dus we gingen ervan uit dat we niet al te veel tegenliggers zouden krijgen. En dat viel ook wel mee, maar toen we net uit de bocht kwamen en er plots een auto met aanhanger en daarachter een grote vrachtwagen stond, bevonden wij ons toch in een patstelling. Wij kwamen van boven en gingen naar beneden, de andere twee in tegenovergestelde richting. In mijn optiek was het correcter dat zij zich een stukje zouden laten zakken. De vrachtwagen had er absoluut geen zin in en duidde ons dat wij achterwaarts naar boven moesten. Ik vermoed dat hij zich vergaloppeerd heeft in de weg, want er is een paralelweg die veel breder is dan deze, maar goed, we zijn toch maar achteruit gegaan. Olga druk met aanwijzingen geven en onze Junior rookte en stonk alsmaar meer. Ik dacht, dit gaat fout en ben toen gestopt. Het was net genoeg dat de vrachtwagen er langs kon. We hadden pas onze koppelingsplaten vervangen, maar ik zei tegen Olga: “nou, die kunnen we weer vervangen”. Gelukkig viel dat nog wel mee. We hoorden van Alan in Bosnië ( daarover later) dat het roken ook wel eens nieuwigheid zou kunnen zijn. Hij vroeg of de auto nog voldoende trok, dat beaamde ik. Hij zei: “dan heb je nog geluk gehad “. Maar in een volgende situatie ga ik dit niet meer doen.

Enfin , verder hebben we op die weg geen al te grote hinder meer ondervonden. Het is geweldig….. kilometers lang dwars over de bergen….. door bossen heen, zoals je op een fietspad rijdt, dat gevoel geeft het. Wat zou dit gaaf geweest zijn als we hier op onze motor hadden kunnen rijden. Daar moeten we regelmatig nog aan terug denken. Uiteindelijk kwamen we uit bij “ de jungle van Montenegro” (het Biogradsky park). We zagen plotseling een bord van een camperplaats. We volgden die met de hoop dat daar ook misschien wel internet zou zijn, want dat is en blijft toch erg lastig. Als wij gaan internetten, dan zijn we meteen een dag bezig en dat doe je niet in een restaurant bij het gebruik van één kopje koffie. Aangekomen op de camperplaats bleek deze nog gesloten te zijn, maar wat een super-plek! We konden er niet op omdat de slagboom afgesloten was, maar zo hoort een camperplaats eruit te zien. Ruime plaatsen en bij elke plaats een paal, waar je water en stroom kunt halen voor € 1,00 per vierentwintig uur. Het is vreemd maar overal waar we komen en we campers tegenkomen zetten ze zichzelf meteen aan het stroom, ondanks dat zij ook zonnepanelen hebben. De reden daarvan is voor mij onduidelijk. Wij hebben ruimschoots genoeg energie om ons te voorzien. We hebben (voor het hek) een nacht gestaan, want de volgende dag begon het te regenen. Vanaf dat punt werd de weg ook breder en reden we richting grens met Bosnië Herzegovina, langs een brede diepe kloof (zie foto’s en film). Dit tijdstip van het jaar is het overdag in de bergen erg aangenaam, maar ’s avonds nog wel fris en soms ronduit koud. Voor ons is het winter ( als je dat zo kunt noemen) geworden vanaf begin maart, en vanaf eind maart tot aan begin mei heeft het vaak geregend, zo’n drie dagen regen en twee dagen droog. We zijn net iets te vroeg de bergen in getrokken, maar volgens de bevolking ter plaatse is het nog steeds koud en regenachtig voor de tijd van het jaar.

Op een gegeven ogenblik merkten we dat volgens de Tomtom dat de weg een aantal kilometers vóór de grens op zou houden. Op de kaart die we hadden gekocht liep die door. Aangezien we het al een keertje mee hadden gemaakt, dat er op de kaart een weg stond ingetekend maar dat die er niet was (het binnenland van Macedonië) hebben we dit in ons ochtendoverleg besproken. Aangezien de weg zo mooi was hebben we besloten om hem maar uit te rijden, met het risico dat we misschien wel honderd kilometer terug zouden moeten. Opeens begon de Tomtom te pingelen en dat betekent dat we het einde van de weg naderen. Nog één bocht, dan was het zover. Maar na die bocht kwam nog een bocht en nog een helling en opeens…….. de grens………… Rondom ons sneeuw, en het was werkelijk mooi zo’n oude grensovergang in de sneeuw te zien liggen. Er was geen verkeer en wij stopten netjes en zetten de motor uit en wachtten op de douane beambte. Waarschijnlijk vonden ze het buiten iets te koud en bleven ze binnen zitten, dus dan maar met onze paspoorten naar binnen. Dit keer werden de paspoorten van de honden niet meegenomen, want daar vroegen ze in het verleden toch niet om, maar ja……., dan willen ze die juist zien. Olga snel de kluis in en de paspoorten gepakt en dan denk je; dan gaan ze kijken en allerlei vragen stellen, maar nee hoor, met de vraag of alles in orde was, lieten ze de hondenpaspoorten voor wat het was, Waarschijnlijk zien wij er zeer betrouwbaar uit. Uiteindelijk mochten we gaan. Omdat ze zoveel aandacht hadden besteed aan de paspoorten, gingen we ervan uit dat dit het grenskantoor van Bosnië was, maar dat bleek niet zo te zijn, want na tien kilometer kwamen we pas bij de overgang met Bosnië aan… Heel vreemd dat bij het verlaten van een land, de papieren zo werden gecontroleerd, terwijl je het land zonder moeite binnen kon komen. Ik wilde nog een foto maken van het grenskantoortje in de sneeuw, maar toen waren de douanebeambten snel buiten om dat te verbieden. Na het maken van excuses zijn we maar snel vertrokken.

Dit was dan Montenegro, een land waar het toerisme langzaam in opmars is, maar dan aan de kust. We kunnen daar niets over vertellen, we zijn daar niet geweest. Maar mocht je in verleiding komen om dit land te gaan bezoeken, vergeet dan niet de bergen, want als je van natuur houdt kun je die hier in al zijn onschuld vinden.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!