junior5000.reismee.nl

Drie dagen door de woestijn volledig

Drie dagen door de woestijn

Uiteindelijk waren we ervan doordrongen dat we met onze camper niet of nauwelijks door de woestijn konden trekken. Maar hier zijn en niet de ervaring mee kunnen nemen hoe het in de woestijn is dat konden we onszelf niet aandoen. Dus bespraken we het met Achmed , onze ( inmiddels) Marokkaanse vriend. Hij is tevens in dit ministadje een erkend gids, alleen, voor zover we hebben begrepen, organiseert hij wandeltrips van enkele dagen door de bergen. Maar zoals het hier toe gaat, ons kent ons, dus hij had wel een vriend die tochten door de woestijn begeleidde. Maar we wilden natuurlijk niet alleen in een jeep door de woestijn, dus er moesten ook nog kamelen geregeld worden.(Overigens zijn het dromedarissen. Maar of het dier nu één of twee of helemaal geen bulten heeft, hier worden ze allemaal kamelen genoemd) Uiteindelijk 16 februari konden we vertrekken. Eerst moest nog wel even overlegd worden wat we met de honden zouden doen. Hier laten en vragen of iemand op ze kon passen, dat vonden we eigenlijk al vrij snel geen optie. Dus ze moesten mee of geen tocht door de woestijn. Ook was het van belang dat we niet op het heetste moment van de dag op de kamelen zouden rijden. Dit vanwege de honden. De hitte en dan door het zand struinen, dat zou teveel zijn. Goed alles doorgesproken vertrokken we 16 februari om 7.30 uur .

Mohammed de chauffeur en Omar onze gids. Allebei in traditionele Berberkleding, een tulband en een djellaba. Voordat we het stadje uit konden rijden moesten ze eerst nog de nodige boodschappen doen en op mijn vraag of ze aan water gedacht hadden voor de honden (wat niet het geval was) werd er ook nog dertig liter drinkwater in flessen meegenomen. Uit voorzorg vertelde ik ze dat de honden om de twee uur moesten drinken. Dit in verband met het programma dat we niet kenden. Voor ons was het een open uitdaging. Al vrij snel gingen we off-the-road naar het zuiden en reden alsmaar door diverse rivierbeddingen die inmiddels al waren opgedroogd. Dwars door palmentuinen, rotspartijen en af en toe ook al wat zand, reden we steeds verder van de bewoonde wereld. Ik kon me niet onttrekken aan de gedachte wat die wagen te lijden had. Een en al rots en steen en daar reed hij toch met flinke snelheid over heen. Na een uurtje of twee, drie, stopten we voor de lunch. De honden kregen een flinke bak water en konden vrijuit even hun poten strekken. Omar scheurde het brood open, goot er een blikje tonijn in tomatensaus tussen en overhandigde ons het brood. Het was lekker…... Vervolgens een overdaad aan fruit, waarna we de schillen achterlieten voor de geiten. Om de beurt een toevlucht zoeken achter een boom om onze behoefte te doen. Mohammed en Omar zijn gelukkig niet zo bang voor de honden en dat merken de honden ook. Na de lunch weer verder hobbelen en daardoor viel Olga al vrij snel in een diepe slaap. Ik genoot van de omgeving, maar was ook gelijktijdig erg nieuwsgierig wat ons de komende dagen te wachten zou staan.

Mohammed en Omar discussieerden op een gegeven ogenblik over welke weg ze moesten nemen. Tot onze grote verbazing, want wegen zijn er niet, maar toch als we zo reden kreeg je langzaam visueel een beeld van wat zij wegen noemen. Als je goed oplet dan zie je opeens door afbakening van wat stenen dat je daar weer een andere richting op kunt, afhankelijk van waar je naar toe wilt. Ook vroegen zij nog even de weg en dat kwam bij ons over als: “ immer gerade aus”, wat ze dan ook deden en kwamen aan bij een hutje niet groter dan twee bij drie. Nog een vrij jonge man woonde daar en beheerde daar gegraveerde tekeningen in rotsen en stenen die wel zo’n 5000 jaar oud waren, met de oude Berbertaal zoals een vogel tekenen die als vogel dient en giraffen, olifanten en andere dieren die in die tijd daar nog leefden. Het was indrukwekkend, de jonge man informeerde Omar over de betekenissen, alleen Omar kon dat niet vertalen naar ons toe. Hij sprak wel wat Engels maar onvoldoende om ons de geschiedenis uiteen te zetten. En dat was jammer. Wij maakten daarom zelf maar een eind aan dit bezoek door naar de jeep te lopen en in te stappen. Die boodschap was duidelijk en zo trokken we verder. Wederom na twee uur stopten we in een klein dorpje en jawel hoor, daar stonden drie kamelen (dromedarissen) klaar en een kameelhoeder. Een jonge Berber jongen die voorop zou lopen. Op het moment dat de honden de kamelen zagen was het hek van de dam, een hoop geblaf en gedoe en die kamelen maar rustig blijven liggen. Nu werd toch aan mij gevraagd of het wel goed zou gaan, waarop ik zei: “als het voor de kamelen geen probleem is dan is dat ook voor de honden ook niet zo. Dat geblaf dat zal vanzelf wel ophouden als we lopen”. Aangezien de honden aan de lijn waren bleven ze natuurlijk ook flink tekeer gaan, waarop ik besloot om de honden maar los te laten, waarop ik zei: “nu moeten we ook zo snel mogelijk vertrekken”. Enfin de honden los en natuurlijk om die kamelen heen rennen, gelukkig bleven die rustig liggen zodat wij erbovenop konden klimmen. We zaten nog niet of de kamelen stonden al op en we vertrokken. Vooral voor Bobo was dit nog meer aanleiding om te laten horen dat ze dit minder leuk vond, maar zoals verwacht, vrij snel, kreeg ze andere interesses en was het alleen nog Harrie die vrij dicht rondom de kamelen bleef lopen. Maar op een gegeven ogenblik renden die twee al vrij snel van ons vandaan en liepen hun eigen traject. Nou was het in de jeep al schokken geblazen, maar op die kamelen werd het er niet echt minder om. Bij elke stap werden we een paar centimeter omhoog geschoten maar oooooo…….. wat was het mooi…. Zo tussen die twee oren heen te kijken en dan die snuit te zien en dan verder de zandduinen, een geweldige belevenis. De honden hielden ons in de gaten maar wel op afstand. Na een half uur kreeg ik last van mijn onderrug en besloot maar naast de kameel te lopen. Olga liet zich niet kennen en bleef er rustig bovenop. Ook dat was voor mij een mooi uitzicht om Olga zo op die kameel te zien hobbelen, maar op een gegeven ogenblik besloot ook zij maar te gaan lopen en zo kwamen we het Berber kamp binnen.

We werden ontvangen met thee van een oude Berberman (Hassan), die ook met ons de thee opdronk. We kregen een hand van hem die aanvoelde als leer. Die huid was zo gedroogd en verhard. Maar wat een bijzondere man was dat. Hij sprak alleen maar Berbers en dan toch met ons in gesprek gaan…………. En dat zijn juist de dingen waarom we zijn gaan reizen. We kregen een Berbertent aangewezen om in te slapen en in principe zouden we in dit kamp maar één dag blijven, maar na een voortreffelijke maaltijd kwam Omar ons voorstellen (omdat we elke dag ook kameel wilden rijden) de invulling van de drie dagen iets aan te passen. We zouden dan de tweede dag met de kamelen naar de hoge duinen gaan, en dan in ons huidige kamp ook de tweede nacht doorbrengen. We vonden het prima, mede ook omdat we ook niet wisten wat het oorspronkelijke plan zou zijn. Voor ons was van belang dat we op die kamelen door de hoge duinen zouden rijden en zo ook eventueel nomaden zouden tegenkomen.

Toen wij naar ons Berbertentje wilden om te gaan slapen hadden ze in tussentijd een kampvuur gemaakt en hebben we daar heerlijk naar de ondergaande zon zitten kijken. Daarna werd het ook snel fris en de wind kwam opzetten. We besloten te gaan slapen. Een heerlijk bed met zware dekens, dat waren we niet meer gewend, maar we sliepen als roosjes. We werden de volgende ochtend niet gewekt dus konden opstaan wanneer we wilden. Maar we hebben maar niet al te lang uitgeslapen, ook al kenden we het programma niet, we wisten dat we door de woestijn zouden trekken. Na een heerlijk ontbijt vertrokken we op de kamelen naar de hoge duinen. De wind was gaan liggen en de temperatuur was danig gestegen. We namen extra water mee voor onderweg voor de honden en voor onszelf natuurlijk. Dit zijn van die momenten die je wel zou willen beschrijven maar dooreenvoudig niet kunt. Dit is iets wat je alleen maar kunt beleven en ervaren. Maar voor ons was het heerlijk. Nu hoefden we niet eerder van de kameel af te stappen, we hadden geen last meer van zadelpijn. Op een gegeven ogenblik werden we weer door de jeep opgepikt en zijn toen verder door de duinen gereden. Aangezien het afgelopen november veel had geregend zag de woestijn er groen en vriendelijk uit en waren veel nomaden weer teruggetrokken naar dit gebied. Bij een waterplaats stopte de jeep en konden we kijken hoe twee nomaden vrouwen de was deden. We mochten zelfs foto’s maken maar wel van de achterkant, helaas kunnen we de foto’s en filmpjes niet plaatsen, wat daar de oorzaak van is weten we nog niet, maar vanaf het moment dat we in Marokko zijn lukt het ons niet. Maar wat in het vat zit verzuurt niet, dan komen ze wat later. Om een uur of drie waren we terug en hadden zogezegd een paar uur vrij.

Tijdens de rit door de hoge duinen hebben we nog een pauze gehad bij een ander kampement waar we een Berber omelet voorgeschoteld kregen. Een Berber omelet is een omelet met veel groente en flink gekruid met koriander en komijn, bereid in een tajine. Na het avondeten werden we uitgenodigd in het verblijf van de oude Berber Hassan, waar door vier man sterk traditionele muziek werd gemaakt en gezongen. De instrumenten bestonden uit alleen maar ritme instrumenten. Het was mooi en het was zeer bijzonder. Onze jonge kameeldrijver die er vrij jong uitziet en te verlegen is om een woord te communiceren met je begon te zingen met een volwassen diepe stem, zo mooi, het ging door merg en been, zo’n ander persoon werd hij daardoor. Het leek of hij een ander gezicht kreeg. Toen wij naar onze tent wilden gaan werd ons medegedeeld dat er geen kampvuur was vanwege opkomende wind. We zagen dat er al wat voorbereidingen waren getroffen. Vrij snel zagen we windverstuivingen onze richting op komen en besloten maar naar binnen te gaan en onze deur, die uit een kleedje bestond, met wat grote stenen vast te zetten. Harrie dook onder het bed en ook Bobo kwam dicht bij ons liggen. De tent ging zodanig tekeer dat zelfs ons bed ook heen en weer schudde. We moesten onze gezichten volledig inpakken want het fijne zand kwam overal door. Toch zijn we uiteindelijk in slaap gevallen en hebben verwonderlijk genoeg goed geslapen. Toen we wakker werden lag er een fijne deken van zand over ons heen. We waren toch dankbaar dat we deze zandstorm mee hebben mogen maken, want ook dit is iets geweldigs om te zien hoe dat zich voltrekt.

Na een stevig ontbijt, maar weer de kameel op, echter die waren er niet meer…. De kameelhoeder had ze ’s nachts losgelaten en kon ze één, twee, drie niet meer vinden, dus hij op zijn motorfiets de woestijn in om ze te zoeken. Na een half uur zijn we maar met de jeep vertrokken om ook op zoek te gaan. Uiteindelijk hebben we ze gevonden en konden we alsnog een rit op de kamelen maken. Na een uurtje was dat plezier over want de jeep stond al weer klaar om ons mee verder te nemen, want ze hadden toch wat cultureels op de agenda gezet. Zo werden we naar een universiteit van de Islam gebracht en kregen een rondleiding in de oudste bibliotheek van Marokko, waar alle geschriften waren van de Islam, geschreven in Berbers en in Arabisch en diverse interpretaties van het Islamitisch geloof. Heel indrukwekkend en bijzonder. Vervolgens werden we rondgeleid door een eeuwenoude Kashbah en kwamen bij een coöperatie van pottenbakkers uit. Zoiets ouderwets hebben we zelfs in boekjes nog niet gezien. Alles gebeurde op een klein binnenterrein en in de openlucht. Het maken van de klei, het draaien van de kommetjes, het drogen, het bakken en de mislukte potten en borden weer tot gruis slaan en met water weer tot klei maken. In het winkeltje kochten we twee kleine kommetjes waar we nu onze toetjes uit eten.

Toen gingen we op weg naar huis. Onderweg nog een lap stof gekocht waar Olga een tulband voor mij van heeft gemaakt en een broek voor haarzelf. Nog een lunchstop en toen heb ik maar aangegeven dat het zo genoeg was. ‘s Middags 17.00 uur kwamen we hier aan, moe, heel moe maar ook erg voldaan.

Om jullie vraag te beantwoorden: “ wat is een kashbah?” Is een (vaak) omheind dorpje waarin hele kleine huisjes kriskras tegen en boven elkaar gebouwd worden met kleine en smalle gangen die van het ene huisje naar het ander huisje gaan, met overbruggingen en tunneltjes, waarin geen structuur te vinden is, een doolhof. Hoe ontstaat zoiets? Iemand bouwt een huisje, er komt uitbreiding en er wordt een kamer aangebouwd. Vervolgens komt er nog iemand wonen en wordt er weer wat aangebouwd en dat gaat zo maar door. Aanbouwen, afbreken, verbouwen en uiteindelijk voor de veiligheid wordt er een muur omheen gebouwd. Als je erdoorheen loopt krijg je haast het gevoel dat het allemaal poppenhuisjes zijn, zo klein en minimaal, maar nog steeds bewoond.

Reacties

Reacties

Monique Dowgwillo

Wat een fantastisch verhaal weer, en wat heerlijk dat wij zo mee kunnen genieten van jullie avonturen en van de grote wereld!

Marjon en Camille

dank voor het prachtige verhaal! Ik kijk uit naar de foto's!

e.bodewes1@chello.nl

zal je vast wel leuk staan Roelof,zo'n tulband.Groetjes Lies.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!