junior5000.reismee.nl

Aankomst in Marokko

Aankomst Marokko;22-01-2016

We vertrokken wederom van Algeciras in Spanje, maar dit keer niet naar Ceuta, maar naar Tanger-Med. Het was een half uur langer varen, maar we konden nu de noordwestelijke punt van Marokko bezichtigenzonder dat we hele stukken om moesten rijden. Ons plan was om via het westen de hoofdwegen te nemen tot aan Agadir en vanuit daar via de gewone wegen naar de westelijke Sahara, Mauritanië, Senegal en Gambia te rijden. De laatste tijd hadden we ons gefocust op Senegal en Gambia wat betreft de veiligheid. We hebben ooit afgesproken met elkaar dat we de adviezen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken op zullen volgen. Zij maakt de veiligheid met vier kleuren kenbaar, aangevuld met wat tekst, die haast voor alle landen hetzelfde is dus waar je niet zo gek veel aan hebt. Zo staat er onder andere: begeef je niet op drukke en toeristische plaatsen en vermijd afgelegen plekken, nou maak nu maar je keuze. Maar de kleuren die zij hanteren zijn groen, geel, bruin en rood. Waarbij groen betekent dat er geen negatieve bijzonderheden te vermelden zijn. Bij geel moet je voorzichtig zijn, bij bruin kun je beter wegblijven en bij rood kun je er zeker van zijn dat het fout gaat. Dus wij hebben besloten om alles wat groen en geel is voldoende veilig is om naar toe te reizen. Het vreemde is wel dat Marokko geel gekleurd is en Frankrijk groen en zo meer van die voor ons onbegrijpelijke aanbevelingen, want Marokko is voor ons een zeer veilig land.

Op 25 januari kwamen we aan bij Agadir. Vorig jaar was daar nog een grote camperplaats met mogelijkheid tot overnachten op de ruime parkeerplaats van de Marjane supermarkt, echter nu bleek dat dat niet meer mocht, wij kunnen ons daar alles bij voorstellen. Wij hebben vorig jaar namelijk gezien hoe het er hier aan toe ging. Maar ook het camperservicestation bij het tankstation was onklaar gemaakt en zo konden we geen water tappen, maar een vriendelijke pompbediende zag ons een beetje zoeken en wees ons naar een kraantje in het toilet waar we water konden tappen en dus dan maar weer op weg, op zoek naar een plek om te overnachten. Aan de rand van Agadir vonden we die bij een pompstation. Op 26 januari reden we al in het noordelijke gedeelte van de westelijke Sahara, wat volgens de Marokkanen gewoon Marokko is, maar daar zullen we later meer over schrijven. Op een gegeven ogenblik zagen we rechts van ons een aantal campers staan aan de kust. Langzaam rijdend zochten we naar de weg die daarnaartoe leidde en deze hebben we ook gevonden. Je moet niet denken aan een weg die gemakkelijk in het zicht is, het zijn vaak sporen van autobanden die je dan maar volgt. We zijn niet helemaal tot aan de kust gereden en hebben op een ruime afstand ons plaatsje gezocht en tot groot genoegen van de honden die hier dan ook lekker los en vrijuit konden gaan. Toen we na twee dagen in het meer zuidelijke gedeelte van de westelijke Sahara kwamen wilden we water tappen, maar dat viel niet mee. Weinig of geen water te vinden en toen we bij een pompstation onze tank gevuld hadden bleek het zoutwater te zijn. Ook hierover zullen we in een apart stuk uitleg over geven, maar het is zo dat de woestijn hier tot aan de Atlantische Oceaan loopt, vandaar het zoute water. Dus vanaf nu moesten we flessen water inslaan voor het eten en drinken en het zoutige water gebruiken voor de afwas en de douche. Overigens de pompbediende die ons het water had gegeven en ons van brandstof had voorzien kwam opeens met een paar Nederlandse woorden. Zijn vriend speelt muziek op Afrikaanse festivals in Europa, zodoende wist hij enkele woorden Nederlands.

Op 27 januari, 300 kilometer voor de grens van Mauritanië, hadden we weer eens goed internetverbindingvia onze simkaart en besloten nogmaals te kijken hoe de situatie was, maar nu ook in Mauritanië en OEPS…. BRUIN……. over heel Mauritanië en met de vermelding dat er ook geen Nederlandse ambassade was en inmiddels is de Belgische ambassade ook gesloten, die probeerden we nog te bellen en toen hebben we onze afspraak eer aan gedaan en zijn niet verder gegaan. Voor mij toch een grote teleurstelling omdat we de hele zomer in Portugal zijn gebleven om het nu nog eens te proberen. Vorig jaar ging het niet door vanwege de Ebola en nu kan het niet omdat Mauritanië té onveilig is. Voor Olga een opluchting want zij zag ertegenop zo´n enorme afstand af te moeten leggen. Wat ons erg opviel in het zuidelijke deel van de westelijke Sahara dat de Marokkaanse regering daar veel geld in heeft gepompt om grote bedrijven op te zetten en op die manier werkgelegenheid tebieden. De oorspronkelijk bevolking streeft naar autonomie en op deze manier wordt ook dat deel van de westelijke Sahara zo bij Marokko geannexeerd. Mooie dorpen worden er gebouwd met alle voorzieningen die men nodig heeft en met veel vlaggenpraal en foto´s van de koning. Alleen nog geen bewoners…. Al die huisjes stonden daar nog onbewoond. De industrie die daar de laatste jaren is opgezet bestaat onder andere uit een enorm groot windmolenpark, visconservenfabrieken, gasoverslag en cementwinning.

Op 30 januari kwamen we weer aan in ons vertrouwde stadje NKob, op de camping Ouadjou na een prachtige tocht dwars door Zuid-Marokko, eerst nog kaal en verlaten, maar vanaf Zagora 150 kilometer langs de rivier de Draa, met gras, palmbomen en veel akkertjes.

Na geld gepind te hebben in Zagora zagen we net buiten het stadje een grote Kashbah, waar ook een museum in gevestigd is, over het leven van de Berbers. Natuurlijk wilden we dat even bezichtigen en we reden via een smalle weg de Kasbah in. Olga liep voorop om te kijken of we ook weer zouden kunnen keren, om zo ookde Kashbah te kunnen verlaten. Bij een kleine parkeerplaats aangekomen, waar we ook zouden kunnen keren lag de ingang die ons naar het museum zou brengen, door smalle lage en donker gangetjes waar ook allerlei woningkjes aan liggen, vonden we de deur van het museum, maar de deur was op slot. Na een paar keer geklopt te hebben besloten we maar weer te gaan. Al vrij snel werden we teruggeroepen door een meneer van het hotel die daar ook gehuisvest was met de vraag of we het museum wilden bezoeken. Op ons JA, maakte hij voor ons de deur open, we waren inmiddels weer naar het museum terug gelopen. Daar maakten we kennis met het gereedschap en de gebruiksvoorwerpen waarmee de Berbers werkten en leefden in de afgelopen vele jaren, ook de klederdracht die gebruikt werd bij huwelijken waren getoond, alsmede de drie verschillende vormen van de huwelijksceremonie van de Berbers, afhankelijk van de Berberstam. Zeer indrukwekkend om dit allemaal te zien en te lezen, jammer genoeg had ik mijn fototoestel niet bij me, want foto´s maken zou geen probleemgeweest zijn en teruggaan om het op te halen, daar hadden we geen zin in. Dus die ervaring staat alleen maar op onze harde schijf gegrift.

Aangekomen in Nekob op de camping bleek dat onze vriendelijke vriend Yidir hier niet meer werkte. Hij had inmiddels een baan in een restaurant waar hij nu pizza´s bakt. De volgende dag hebben we met Kees op het terras theegedronken, na afloop zijn we naar het huis van Achmed gelopen waar we, ondanks dat Achmed er zelf niet was werden weontzettend vriendelijk ontvangen in hun huiskamer en hebben we met de familie theegedronken. De schoonzus van Achmed had op een gegeven moment Achmed gebeld en toen kreeg ik de telefoon van haar om met Achmed te praten. Hij was bij zijn zus die last had van haar keel en hij wist niet precies wanneer hij terug zou komen. Vandaag 6 februari gaan we nog even naar zijn huis om te kijken of hij inmiddels thuis is, want we hebben vandaag besloten om morgen weer verder te gaan en in een rustig tempo naar het noorden te rijden.

Gisteren 5 februari kenden wij elkaar 14 jaar. Toentertijd, op die dag ging ik met Olga mee naar Doetinchem, zij wilde goeie dansschoenen hebben en ik wist daar een adres waar ze handgemaakt werden. Na het bestellen van schoenen dronken we warme chocolademelk en aten daarbij appelgebak in het dorpscafé die gehuisvest was in de Waag. We zaten bij een heerlijk brandende open haard. Die sfeer bracht ons in een bepaalde gevoelstemming zodat bij het verlaten van de Waag, Olga spontaan mijn hand vastpakte die ik niet meer los liet, en zo liepen we terug naar de auto. Na deze dag heeft onze relatie zich in een sneltreinvaart ontwikkeld. Voor diegenen die het niet weten had ik pas vioolles van Olga en hadden we elkaar ook nog ontmoet bij El Corte, de Argentijnse dansschool.

Op een van de recente ochtendwandelingen van Olga met de honden gebeurde het volgende: Harrie werd versierd door een jong teefje, die al omgeven was door 5 reuen, maar zij gaf de voorkeur aan Harrie. Door steeds pal voor hem te gaan lopen en dan weer een stukje weg te wandelen probeerde ze Harrie mee te lokken en Harrie wilde wel…. Maar hij zat vast en voor ons gelukkig, want hij had geen aandacht meer voor Olga en zou absoluut zijn mee gegaan, dus dit keer was het niet dat mensen Bobo wilden kidnappen maar een teefje die haar charme in de strijd gooide om Harrie mee te krijgen. Voor ons natuurlijk de vraag wat er werkelijk gebeurd zou zijn wanneer Harrie los zou zijn geweest, zou hij terug gekomen zijn of zouden we hem voorgoed zijn kwijt geraakt?

Op de Souk, de weekendmarkt hier in Nekob, zagen we bij de kraam met allerlei kruiden een grote zak met gedroogde schillen, het leken wel boomschorsschilfers. Bij navraag, wat niet al te vlot liep, nam de man me mee naar een groentekraam en wees op rode uien, en dat was het dus. We hebben meteen een kilo gekocht, zonder te weten, hoe we het konden gebruiken. Inmiddels zijn we erachter gekomen, door een Tajine te maken, waarbij we de gedroogde uien hebben gebruikt. Door de duur en het vocht wat vrijkomt van de groente worden de uien geweld en zijn ze goed eetbaar en zeer smaakvol. Voor de rest kunnen we hier weer volop cello spelen en dat maakt het vertrek wel weer moeilijker. We werken nu aan een aantal stukken waaronder de Vocalise, the Swan, de Serenade van Haydn en de Bolero. Voor mij is en blijft het moeilijk om tijdens het spelen te tellen en de maat de juiste duur te geven, dus met andere woorden de muziek onder elkaar te krijgen. Maar langzaam en zeker als we twee keer per dag kunnen oefenen, gaat het steeds iets beter. Tijdens het schrijven van dit stuk besluiten we om morgen nog maar niet te gaan. Maar erg veel langer kunnen we hier ook niet blijven omdat we anders weer zo moeten haasten en dat willen we niet meer.

Reacties

Reacties

Marjon

dank voor jullie mooie verhaal! Wij dansen ondertussen verder bij El Corte, alwaar ook Jan en ik elkaar ontmoet hebben!

Olga en Roelof

Wil je Erik, vriend (we zijn zijn naam even kwijt),Klaartje, Comilla, Twoine en Monique de groeten willen doen????
En geniet van deze heerlijke dans!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!