junior5000.reismee.nl

De hoge Atlas

Geschiedenis van de hoge Atlas (Route Tizi -n-Test):

Of men nu van Agadir of van Marrakech komt, de route van de Tizi-n-Test betekent dat de droge en snikhete laagvlakten worden verruild voor het hooggebergte met zijn frisse lucht, heldere water en dichte, gevarieerde begroeiing.

De route van de Tizi-n-Test is samen met die van de Tizi-n-Tichka en het dal van de Ziz van oudsher een van de drie grote toegangswegen naar Zuid Marokko. De weg loopt over de Hoge Atlas en verbindt de Sous in het zuiden en de Haouz in het noorden met elkaar door het boven dal van de Nfiss. De route van de Tizi-n-Test heeft een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Marokko en is een moeilijke doorgang, die de bergbevolking regelmatig afsluit.

Geschiedenis:

Bakermat van de Almohaden

Terug naar de zuivere leer- In het begin van de 12e eeuw keerde Mohammed Ibn Toumert, een berberstudent die zich in het Midden –Oosten had bekwaamd in de hogere wetenschap en de geboden van de islam, terug naar zijn geboortedorp in de Anti-Atlas. Hij was ervan overtuigd dat de godsdienst van Mahomet in de Maghreb in verval was geraakt en voelde zich geroepen de zuivere leer terug te brengen.

Onderweg ontmoette hij Abd el-Moumen, die zijn discipel werd. Beiden trokken door Marokko, waarbij zij de wet van de Profeet verkondigden en de Almoraviden, die al impopulair waren, ervan beschuldigden de verslapping van de religie en de zeden te bevorderen. In Marrakech baarden het prestige van Ibn Toumert en het succes van zijn opruiende toespraken de sultan grote zorgen, zodat hij hem verjoeg.

Ibn Toumert vluchtte naar de bergen met enkele trouwe volgelingen. Verscheidene stammen in de Hoge Atlas, die genoeg hadden van de betutteling van de Almoraviden, schaarden zich aan zijn zijde. Ibn Toumert vestigde zich in Tinmel aan de oever van de Nfiss en riep zichzelf uit tot Mahdi (boodschapper van God). Vanuit zijn politiek-religieuze gemeenschap begon hij een gewapende strijd tegen de sultan. Zijn doctrine legde de nadruk op de eenheid van God en zijn discipelen werden daarom de Almohaden genoemd, dat wil zeggen de ‘uitariërs’.

Goundafa-bolwerk- In de eeuwen daarna hadden de sultans nog steeds grote moeite om hun gezag te handhaven in het gebied van de Tizi-n-Test. Net als in andere streken van Marokko keerde de anarchie van de berber stammen zich uiteindelijk tegen henzelf, toen zij in de 19e eeuw de weg naar de top vrijmaakten voor de Goundafa. Rond 1912 beheerste dit machtige geslacht, dat overigens in de Sous was gevestigd, de route van de Tizi-n-Test, zoals blijkt uit de talrijke kasbah’s die het liet bouwen.

(Tekst uit ‘de groene gids Marokko’ van Michelin)

De Waterval van Ouzoud

Een dag uit het dagboek van Olga (Ouzoud 2015-05-03)

Vanmorgen ben ik met de honden naar de snelstromende rivier gelopen en waarachtig Harrie was er als eerste in…… Tegen de steile kant opklimmen lukte alleen Bobo. Harrie moest een eind verderop zwemmen. Dat het een woeste stroom was maakte hen eigenlijk niets uit. Bobo wou alsmaar spelen met Harrie in het water, maar die had daar even geen trek in.

Weer een snoeihete dag (ongeveer 44 graden) en door de bewolking ook vrij benauwd. De hele dag heeft in de camper de ventilator aangestaan en dat scheelde wel iets.

s ‘Avonds na de soep zijn wij naar de watervallen gelopen. Onze Duitse buren hebben we gevraagd een beetje op de honden te letten. De weg ernaar toe liep in trappen omlaag en was bezaaid met kleine winkeltjes, restaurantjes en helaas ook met enkele opdringerige koopmannen. Met een ijsje in de hand c.q. in de mond hebben we het hele traject afgelegd. Wat was het indrukwekkend! En weer geen fototoestel meegenomen! Er zaten zelfs Berber apen op de steile rotsen rondom ons, die hier in het wild nog leven en nauwelijks zichtbaar zijn door hun schutskleur. Wat een watermassa en frisse nevel, wat overdag een voortdurende regenboog oplevert.

Het bleef erg lang warm s ’avonds. Uiteindelijk met 29 graden de bedden gemaakt en nu maar eens kijken of het slapen wil lukken……

Van Agadir tot en met Ouzoud

Van Agadir tot en met Ouzoud

Maandag ochtend om 9 uur stond de monteur voor onze neus om ons naar de garage te brengen. We moesten even wachten want er ging nog een camper mee en die stond niet klaar, zij moesten eerst nog alles inpakken en opruimen. Maar goed, toen gingen we, door tal van straatjes kwamen we bij zijn bedrijf aan. Wij hadden om een Ford dealer gevraagd en we kregen een bouwvallige schuur waarin eigenlijk alleen maar plaatwerkzaamheden werden verricht. Nu begrijp ik waarom hij het alsmaar had over de oneffenheden van onze camper. We besloten om het maar even aan te kijken, maar indien er iets aan de motor gedaan moest worden zouden we dat niet door hen laten doen en dan de SOS lijn bellen voor hulp. Na tien minuten werd ik voorgesteld aan de monteur die hij elders vandaan had gehaald en die begon te onderzoeken, krik onder de auto, tien centimeter omhoog en hij maar kijken en zoeken en ik met mijn neus er bovenop. Toen hij de camper op had gekrikt, toen wees hij me op de linker voorband. De binnenkant van de band was totaal glad, de buitenkant was nog goed. Dus eigenlijk was dit ook weer een geluk bij een ongeluk, anders hadden we onherroepelijk op onze tocht in de hoge Atlas een probleem gehad. Op een gegeven ogenblik leek het erop dat hij iets had gevonden. Een toevoerslangetje van de diesel was gaan lekken. Hij heeft de drie slangetjes vernieuwd en daarmee was dat probleem ook opgelost en we hebben weer wat geleerd, want het moest wel ongeveer daaraan liggen want de motor gebruikte niet meer olie maar wel steeds meer benzine.

Wij waren natuurlijk ontzettend opgelucht en vroegen, wat betreft de voorband, waar een “Good Year” garage was. Dat bleek tweehonderd meter verderop in dezelfde straat te zijn. Daar aangekomen lieten we de band zien en vroegen naar een “Good Year” band. Maar die hadden ze niet ( bij een” Good Year “garage!). Wel Michelin en nog drie andere merken. Met de monteur zelf was het moeilijk te communiceren, maar gelukkig was er iemand aanwezig die Engels sprak en heel toevallig een zus in Nijmegen had wonen. Nou, dat schept gelijk een band, hoe vreemd dat ook mag klinken. Hij begon meteen alles zeer uitvoerig uit te leggen over de kwaliteit van de vier merken. We kozen voor de Michelin. En in no-time zat hij eronder en toen konden we vertrekken. De route hiernaartoe zou 220 kilometer bedragen door de hoge Atlas. We gingen ervan uit dat we daar drie dagen over zouden doen, dus wij onderweg. Het hoogste punt op die route zou 1850 meter zijn. Dus vol verwachting klopte ons hart van, wat zouden we tegen komen. In ieder geval ontzettend mooie en bijzondere natuur en een enorme verscheidenheid. Het ene moment reden we door de kale bergen en zomaar, na een bochtje te hebben genomen, reden we in een groen dal met bomen, gras en planten. We keken onze ogen uit en voelden ons de koning te rijk dat we dit dus mee mogen maken.

Het rijden ging voorspoedig en na 80 kilometer zagen we links een soort open vlakte en we besloten om daar maar eens te overnachten. Al vrij snel kregen we bezoek van de jonge jeugd uit het dorp verderop gelegen en dat aantal groeide tot zo’n twaalf jongens van 6 tot 12 en die hadden een leuk spelletje gevonden: hondje pesten. Dit waren we vaker in Turkije tegen gekomen maar nog niet hier… Na ze twee keer gewaarschuwd te hebben besloot ik er een eind aan te maken door ze achterna te lopen naar hun dorp. Daar werd ik ontvangen door een twintigtal moeders die geen woord Frans of Engels spraken. Met handen en voeten maar proberen uit te leggen wat er aan de hand was. Nu bleek dat er één jongetje niet naar het dorp was terug gekeerd en de moeder dacht dat hij was gebeten en ergens zat of lag. Ik kon gelukkig uit leggen dat dat niet het geval was en gelukkig was er één van de moeders die wel een woordje Frans sprak. Olga was bij de camper gebleven dus die kon mij niet helpen, maar met een paar woorden begreep ze toch wat er aan de hand was en ze betuigde op de Berberse wijze dat het niet respectvol was van de kinderen. Dat deed ze door op haar hand te kussen en haar hand op het hart te leggen en dat drie keer. Ik boog en legde mijn hand ook op mijn hart als wijze van geaccepteerd en liep terug naar de camper. De moeders achter mij aan want die gingen het jongetje zoeken. We hebben ze niet meer gehoord noch gezien.

Om een uur of vijf kwamen er steeds meer knapen van de rond de 16/17 jaar. Voetballen gingen ze en er kwamen er twee die ons verzochten om van de plek te gaan en tien meter verderop te staan zodat ze daar konden voetballen. We zeiden dat we dat niet van plan waren omdat er genoeg plek was. Ze waren niet in hun hum, maar gingen toch verderop voetballen, maar als een stuk of veertien knapen gaan voetballen dan beland natuurlijk die bal overal, zo ook tegen de camper. Ik weer naar buiten , en zei ze dat ze voorzichtig moesten zijn. Toen ik terug wilde lopen naar de camper zag ik van een paar jongens een blik van dat hen onrecht werd aangedaan, en toen viel bij mij ook het kwartje. Dit was en is hun plek waar ze elke avond komen voetballen en wij namen daar bezit van. Absoluut niet respectvol. Even met Olga kortgesloten en ik weer naar buiten. Ik liep naar één van de jongens en vroeg hem om tien minuten te wachten met voetballen, omdat wij dan weg zouden zijn. Wederom wederzijds ons respect tonend werd dat ook nog beloond met een hug en begonnen enkele jongens te helpen met opruimen. Nog geen tien minuten daarna waren wij vertrokken en de jongens gingen dolgelukkig verder met hun voetbalspel.

Nog geen twintig kilometer verderop zag Olga aan de rechterkant een prachtige plek, nog mooier dan waar we stonden en de honden konden heerlijk los. We hoefden voor de nacht hun tentje niet op te zetten, want het koelde nauwelijks af. Die middag was het 44 graden geweest, maar dat is wel een totaal andere warmte dan dat we die kennen uit Holland. Desalniettemin was het toch heet. De nacht was warm en stil.

De volgende ochtend trokken we verder door het Atlasgebergte. Na zo’n 50 kilometer sloegen we een andere richting in en tot onze werkelijk grote verbazing kwamen we op een zeer goede asfaltweg en door een vlakker gedeelte van Marokko. Links en rechts zagen we groepjes van tien mensen handmatig het graan oogsten. Zij maakten daarvan kleine bundels en lieten die op het veld drogen waarna ze met behulp van talloze ezels werden afgevoerd. Het graan groeit hier niet hoger dan dertig centimeter dus flink buk werk. En dat de hele dag door bij een temperatuur van rond de 45 graden. Voor het oogsten gebruiken ze een hand zeis (sikkel). Om een indruk te geven, de velden die we tegenkwamen waren zo uitgestrekt als een kleine stad en er kwam werkelijk geen machine aan te pas. Deze mensen hebben een dagloon van ongeveer € 10,00 (volgens informatie die we hebben gekregen) per persoon en werken zeven dagen in de week. Het is best bizar om te ervaren hoe twee culturen langs elkaar heen leven. Kom je door een iets groter dorp dan zie je die twee culturen. Velen moeten nog alles doen met de ezel of een pony terwijl je hier ook auto’s en moderne bussen ziet rijden. En dat verschil zie je soms ook in de kleding. Vaak zie je traditioneel en soms wat meer Europees geklede mensen.

Om 2 uur ’s middags kwamen we al aan op de plaats van bestemming. We hadden deze plaats uitgezocht omdat we hadden gelezen dat hier een bijzondere waterval was. Toen we aan kwamen was het een drukte van jewelste. Veel toeristen en de camperplaatsen die waren zo vol dat we besloten maar naar een camping te gaan. Camping “ Zebra” wordt beheerd door een Nederlands echtpaar dat 9 jaar geleden deze camping over had genomen en we moeten zeggen, ze hebben er werkelijk iets moois en leuks van gemaakt. We zullen het filmpje en foto’s zodra we Marokko uit zijn op ons blog zetten, want dat wil nog steeds niet lukken.

Vanavond gaan we naar de watervallen kijken, het moet iets heel bijzonders zijn!

Lotte had twee weken voordat wij in N’KOB aankwamen een pakketje opgestuurd en al die tijd ( 70 dagen) hebben we het niet ontvangen. Lotte heeft toen het pakketje maar weer terug laten komen en wat bleek? De douane had het pakje geopend, maar voor de rest maar daar laten staan. Morgen (maandag de vierde) gaan we op bezoek bij de waterval en daarna trekken we weer verder.

Vertrek uit N,Kob

Vertrek uit N’KOB

14 april, ’s morgens om 8 uur was het zover. Na zeventig dagen N’KOB vertrokken we richting Tafraoud via Zagora, Stissent, Tata en Agadir. Deze weg loopt van oost naar west evenwijdig aan de grens met Mali en de westelijke Sahara, aan de rand van de woestijn. Deze weg is nog niet zolang geleden vernieuwd en er is weinig verkeer hier te vinden, dus prettig rijden en dat betekent dat je vanzelf wat harder rijdt dan de toegestane 60 kilometer. We waren al wel gewaarschuwd dat de politie op de meest vreemde plekken staat om te controleren, maar ja, wie denkt daar nou aan in de woestijn? Maar op deze weg rijden drie auto’s per uur en dat geeft toch een reden om een snelheidscontrole te houden. We reden 68 kilometer, we moesten op het kastje komen kijken en daar stond onze camper plus de gereden kilometers. Kosten: € 30,00. De controle werd uitgevoerd door een politieman en een administrateur. Gelukkig had die laatste wel gevoel voor humor. Op het punt dat ik al mijn papieren weer terug kreeg had ik ook nog steeds het geld in mijn handen. Ik bedankte ze vriendelijk en deed alsof ik weg wilde lopen. Dat bracht toch een brede glimlach op zijn gezicht. Ach ja, je moet het toch een beetje leuk houden. De oude politieman die vroeg ons waar we naar toe gingen en hij begreep werkelijk niet waarom we deze weg wilden. Hij waarschuwde ons ook, want er was niets te beleven, niets te vinden en er was ook niemand. Dus bij eventuele pech stond je er alleen voor, want telefoonverbinding was in die regio ook niet. Toch hebben we de weg genomen en zijn daar heel dankbaar voor. Wat een uitzicht, we kunnen helaas nog geen foto’s of filmpje laten zien want die kunnen we niet uploaden. Maar die komen wel.

In Stissent, na 240 kilometer, reden we een stukje van de weg af om te overnachten. Op de ochtendwandeling van Olga met de honden stuitte ze op een dode jonge dromedaris. De honden namen een voorafje op hun ontbijt. Ook dat heeft Olga gefilmd….. Na weer een 240 kilometer kwamen wij aan in Tafraoud. We staan hier op een wild-camp en moeten in het dorpje water tanken, maar dan kunnen we er ook weer drie dagen tegenaan. We hadden van medereizigers vernomen dat hier een garage was, gespecialiseerd in onderhoud aan campers. Hier staan we nu op dit moment, want we laten al onze voegen opnieuw kitten, rondom de buitenkant en de badkamer. De oude kit was op vele plekken uitgedroogd en stuk en dan loop je risico op vochtproblemen. De camper zelf is namelijk gebouwd van hout, dus als daar water bijkomt dan brokkelt die langzaam af. Over het algemeen komt men hier met een camper om te laten spuiten en dat doen ze best goed, maar wel in erbarmelijke omstandigheden. De ruimte waarin dat gebeurt is niet veel breder en hoger dan een camper en er is geen afzuiginstallatie. Het enige wat zij hebben is een mondkapje voor hun neus en mond. Maar als je langsloopt wordt je al een beetje vergeven door de lucht .Hoe lang deze klus gaat duren weten we niet, we spraken een stel jonge lui, waarvan de klus ongeveer twee weken zou duren maar die staan hier al anderhalve maand voor de garage te kamperen en zo nu en dan komt er iemand die wat doet. Wij moesten ’s morgens 10 uur hier zijn maar om 12.30 uur ben ik maar eens gaan vragen of er nog niet eens iemand aan de camper begon. Wederom drie keer uit moeten leggen wat de bedoeling was, maar nu is er een aardige jongeman aan het werk. Echter niet voor lang. Na anderhalf uur moest hij lunchpauze houden en bidden enz. Om 15.30 meldde hij zich. Net daarvoor hadden wij besloten om te gaan en waren ons aan het gereed maken om te vertrekken. Toen we hem dat duidelijk maakten keek hij verbouwereerd. Onder het vermelden van waar we stonden en dat de baas daar maar naar toe moest komen gingen we terug naar de wild-camp. Dit alles gebeurde op zaterdag. Zondag zagen we niemand en we zeiden tegen elkaar, als hij maandag nog niet is geweest dan vertrekken we. Maar maandagochtend, daar kwam hij. Ik wilde eerst even met hem praten, maar dat wilde hij niet, hij wilde eerst het werk zien wat wel gedaan was. Hij gaf aan dat het een en ander niet correct was uitgevoerd. Ik vroeg hem even plaats te nemen en vertelde hem hoe die dag was verlopen, en dat we dat niet wilden op die manier. Zoals overal in Marokko, was dat geen probleem. Hij zou zijn monteur ophalen en die zou net zo lang aan de camper werken totdat hij klaar was. Die belofte heeft hij wel degelijk waar gemaakt. Toen de monteur aan de bumper wilde beginnen zat er zoveel speling in dat hij besloot de bumper eerst maar eens los te maken. En ja hoor, het vocht had zijn werk al gedaan. Het hout wat tussen de binnen en achterwand zit was tot 5 cm. In de diepte verrot. Hij bellen naar zijn baas en die kwam meteen poolshoogte nemen. “Groooot probleem, groooot probleem…………. veeeeel werk, veeeeel werk”. En ik dacht gelijk :”veeeeel geld……”, maar we wisten ook dat het vocht het grootste probleem is bij en voor campers, dus we benadrukten hem dat hij het wel heel goed moest maken. Ik heb zelf met de schroevendraaier nog hout ertussen weggestoken, waarop de monteur weer ging bellen en even later kwam zijn collega met een flinke schroevendraaier en een rubber hamer en hij nam het van mij over. Tot aan het gezonde hout heeft hij alles verwijderd. Inmiddels hadden ze in de werkplaats een mal gemaakt van hout waar de bumper inpaste en toen kon het lijmen, schroeven beginnen en natuurlijk het afkitten. Vier en een halve dag heeft hij eraan gewerkt en naar onze mening en gevoel heeft hij dat best goed gedaan, maar we besloten wel in Portugal, waar we ook een afspraak hebben met een campergarage (om onze kachel en boiler te vervangen door een combiketel), een uitvoerige vochtmeting te laten doen.

Gisteren 25 april zijn we vertrokken richting Agadir. De bedoeling was om bij de ‘ Marjane’ (grote supermarkt) onze voorraad aan te vullen en de dag daarna te vertrekken naar de bergen. Tot onze grote verbazing zagen we op zowel de parkeerplaats van de supermarkt als op het daarnaast gelegen camperterrein geen enkel camper meer, terwijl een maand geleden daar wel 40 campers stonden die overdag op de camperplaats stonden en tegen de avond allemaal verkastten naar de parkeerplaats van het winkelcentrum. Op de ene plek mag je overdag niet staan en op de andere plek mag je ’s nachts niet staan. We hadden die avond na het doen van de boodschappen Bart gebeld om hem te feliciteren met zijn verjaardag en hadden natuurlijk Lotte ook nog even aan de telefoon. We vertelden haar deze bijzondere gewaarwording en gingen er maar een beetje vanuit dat het winterseizoen voorbij was en dat het wachten was op de zomergasten. Maar de werkelijkheid was toch net iets anders. We lagen net in bed toen er op de deur werd geklopt. Honden in de stress. Wij ons snel aankleden en naar buiten. Daar stond de bewaker en die vertelde ons dat we er niet mochten staan. Gelukkig sprak hij een beetje Engels en hij legde ons uit dat maar één maand per jaar de plaatsen werden vrijgegeven voor campers, de logica proberen we maar niet te volgen en zijn vertrokken. Toen we hier aankwamen stonk de auto naar diesel en onder de camper zag ik inderdaad een vochtplekje. Dat was wel een probleem, want wij moesten weg terwijl de auto olie lekte. Volgens de bewaker was er na 5 kilometer een camping, dat moest te halen zijn en inderdaad na 5 kilometer was er een camping, maar die sloot om 19.00 uur en we mochten er niet op. Op de vraag van Olga: “ waar kunnen we dan slapen?” antwoordde hij : “oh, hier aan de straatkant.” Dat leek ons wel een beetje al te gek. 100 meter verderop zagen we een parkeerplaats. We zijn daar gaan staan en hebben daar overnacht. De volgende ochtend overlegd wat we moesten doen. We besloten terug te gaan naar de camping, dan hadden we in ieder geval een adres en hopelijk iemand die ons kon helpen bij het zoeken naar een garage. En dat was gelukkig ook zo. De beheerder van dit park belde een garage en binnen 20 minuten stond hier iemand. We hadden de beheerder gevraagd om te bellen naar een Ford dealer, maar dat betwijfel ik sterk. Maar dat zien we morgen wel, want de monteur dook onder de wagen, keek, zag en wist meteen wat er aan de hand was. “Morgen, maandag, tussen 8 en 9 kom ik u ophalen om naar de garage te gaan”. Terwijl hij dat zo besprak zei hij gelijk dat hij expert was in het egaliseren van beschadigingen, want die hebben we tijdens onze reis wel opgelopen. Ik maakte hem duidelijk dat ik daar nu geen interesse in had en dat eerst de camper maar gemaakt moest worden.

Over deze camping het volgende: In 1960 schijnt hier een grote aardbeving te zijn geweest, waardoor veel mensen dakloos werden. Toen is deze camping uit de grond gestampt om mensen een onderdak te bieden in tenten. Van lieverlee stroomde de camping leeg en werden vervangen door buitenlandse toeristen, echter de entourage veranderde niet mee. Het ziet er enorm bouwvallig uit. Het zwembad en de bar zijn dicht, de winkeltjes gesloten, overal onkruid, een haveloze indruk maakt het op ons.

Maar ondanks deze kleine tegenslagen genieten we dagelijks volop van onze reis, die ons naar zoveel mooie, niet te verwoorden plekjes brengt.

Tot dusver ons reisverslag en wij kijken verwachtingsvol uit naar morgen, maar die dag beschrijven we in ons volgende blog. Heel veel groetjes

Olga en Roelof.

Onverwachte ontmoetingen

Onverwachte ontmoetingen. 13-04-2015

In Bedouzza stonden we op een kleine parkeerplaats speciaal voor campers aan het strand, echter op deze plaats waren de winkeltjes gesloten omdat het buiten het seizoen viel. Wij hadden alles aan boord, dus voor ons was dit geen probleem en voor de honden al helemaal niet. Het was een beetje winderig en ze vermaakten zich heerlijk op het strand en zo nu en dan even het water in. ’s Avonds werden we aangesproken door twee officials dat zij onze veiligheid niet konden waarborgen in deze tijd van het jaar. We bedankten ze voor de informatie en zij reden weg, maar de volgende ochtend stond er alweer iemand (ditmaal in burger) om ons mede te delen dat onze veiligheid niet gewaarborgd was en nu begrepen we wat dat betekende…………. weggaan. Uiteindelijk hebben we er drie heerlijke dagen gestaan en dat was genoeg. Vandaaruit reden we weer zuidelijker. Onderweg werden we ingehaald door een rood busje met de tekst (in het Duits) “om elke hoek wacht een nieuwe richting”. Dit busje hadden we al eens eerder gezien tijdens onze reis, dus besloten we om er achter aan te rijden. Na enkele kilometers schoot het busje van de weg een platform op gevolgd door nog een camper. En wij daarachter aan. En ja hoor, de dame die uit het rode busje stapte was diegene die we al eerder hadden ontmoet ongeveer één jaar geleden, in Zuid Griekenland. Inmiddels had ze kennis gemaakt met een andere alleenstaande vrouw en zo reden ze nu samen door Marokko. Even staan babbelen en wat ervaringen gedeeld, toen zijn wij weer verder gegaan.

Op 15 januarikwamen we bij een heel klein dorpje aan de kust, genaamd Aourir, waar de huisjes in diverse felle kleuren waren geschilderd. Het leek alsof je naar een schilderij aan het kijken was. Rechts van ons zagen we drie campers aan de zee staan. De weg naar die plek toe konden we één, twee, drie niet vinden. We hadden weliswaar een soort van zijweggetje gezien, maar dachten dat dat nooit een weg kon zijn naar die plek toe. Echter een andere weg was er ook niet, dus wij terug en besloten die afslag toch maar te nemen. Weliswaar met een kruipende snelheid. En ja hoor, we kwamen na een hoop gehobbel op een piep klein strandje aan. En tot onze verbazing zagen we de camper van Loes en Frank, twee Nederlanders, die we in Chefchaouen hadden ontmoet. Inmiddels hadden zij gezelschap van drie duitsers in twee campers gekregen. Ook hier hebben we drie dagen gestaan en ’s avonds heerlijk kampvuurtje kunnen maken.

Inmiddels was onze voorraad zo goed als op en besloten we op 17 januari naar een wat grotere plaats (Agadir) te rijden. Vlakbij het stadcentrum ook hier een grote parkeerplaats voor campers. Hier mag je alleen overdag staan en ’s avonds moet je verkassen naar de parkeerplaats van de supermarkt Marjane, 100 meter verderop, waar je dan tot ’s morgens 8 uur mag blijven staan. Aan die parkeerplaats heb je meteen een benzine pomp station waar je behalve brandstof kopen ook je toilet kunt legen en water kan tappen. Hier stonden zo ongeveer 60 campers die hier wel een maand of langer blijven staan en dus elke ochtend en elke avond een stukje verkassen om daar dan de dag c.q. de nacht door te brengen. In de supermarkt hebben we onze voorraad weer op peil gebracht en zijn vandaaruit vertrokken naar het kleine stadje N’KOB, daar waar Bea en Kees wonen. De weg ernaartoe had ook flink geleden van de wateroverlast in november en op diverse plekken hebben ze een bypass gemaakt om het verkeer door te kunnen laten stromen. Op zulke momenten hebben we het echt te doen met onze Junior ( onze camper). Ja, als je zo aan het reizen bent verpersoonlijk je niet alleen de honden maar ook de auto.

De weg was ongeveer 450 kilometer lang. Na ongeveer 300 kilometer kwamen we door een geweldig oase achtig gebied met vele palmen, stromend water en veel groen en heel veel slingerbochten door de bergen. De laatste 35 kilometer was één rechte weg die ook goed te rijden was, en zo kwamen we aan op onze bestemming N’KOB……

In N’KOB hebben we in totaal 70 dagen gestaan. Het record tot nu toe. Morgen gaan we hier weg en zullen waarschijnlijk aankomen in het zuidelijk gelegen plaatsje Tissint. Vanmiddag om 16.00 uur nemen we afscheid van Bea, Kees en Ahmid. Vanavond gaan we alles inpakken en proberen morgen rond 8 uur in de ochtend weg te rijden. Over de zeventig dagen N’KOB, daar zullen we zeer spoedig verslag van doen.

Drie dagen door de woestijn volledig

Drie dagen door de woestijn

Uiteindelijk waren we ervan doordrongen dat we met onze camper niet of nauwelijks door de woestijn konden trekken. Maar hier zijn en niet de ervaring mee kunnen nemen hoe het in de woestijn is dat konden we onszelf niet aandoen. Dus bespraken we het met Achmed , onze ( inmiddels) Marokkaanse vriend. Hij is tevens in dit ministadje een erkend gids, alleen, voor zover we hebben begrepen, organiseert hij wandeltrips van enkele dagen door de bergen. Maar zoals het hier toe gaat, ons kent ons, dus hij had wel een vriend die tochten door de woestijn begeleidde. Maar we wilden natuurlijk niet alleen in een jeep door de woestijn, dus er moesten ook nog kamelen geregeld worden.(Overigens zijn het dromedarissen. Maar of het dier nu één of twee of helemaal geen bulten heeft, hier worden ze allemaal kamelen genoemd) Uiteindelijk 16 februari konden we vertrekken. Eerst moest nog wel even overlegd worden wat we met de honden zouden doen. Hier laten en vragen of iemand op ze kon passen, dat vonden we eigenlijk al vrij snel geen optie. Dus ze moesten mee of geen tocht door de woestijn. Ook was het van belang dat we niet op het heetste moment van de dag op de kamelen zouden rijden. Dit vanwege de honden. De hitte en dan door het zand struinen, dat zou teveel zijn. Goed alles doorgesproken vertrokken we 16 februari om 7.30 uur .

Mohammed de chauffeur en Omar onze gids. Allebei in traditionele Berberkleding, een tulband en een djellaba. Voordat we het stadje uit konden rijden moesten ze eerst nog de nodige boodschappen doen en op mijn vraag of ze aan water gedacht hadden voor de honden (wat niet het geval was) werd er ook nog dertig liter drinkwater in flessen meegenomen. Uit voorzorg vertelde ik ze dat de honden om de twee uur moesten drinken. Dit in verband met het programma dat we niet kenden. Voor ons was het een open uitdaging. Al vrij snel gingen we off-the-road naar het zuiden en reden alsmaar door diverse rivierbeddingen die inmiddels al waren opgedroogd. Dwars door palmentuinen, rotspartijen en af en toe ook al wat zand, reden we steeds verder van de bewoonde wereld. Ik kon me niet onttrekken aan de gedachte wat die wagen te lijden had. Een en al rots en steen en daar reed hij toch met flinke snelheid over heen. Na een uurtje of twee, drie, stopten we voor de lunch. De honden kregen een flinke bak water en konden vrijuit even hun poten strekken. Omar scheurde het brood open, goot er een blikje tonijn in tomatensaus tussen en overhandigde ons het brood. Het was lekker…... Vervolgens een overdaad aan fruit, waarna we de schillen achterlieten voor de geiten. Om de beurt een toevlucht zoeken achter een boom om onze behoefte te doen. Mohammed en Omar zijn gelukkig niet zo bang voor de honden en dat merken de honden ook. Na de lunch weer verder hobbelen en daardoor viel Olga al vrij snel in een diepe slaap. Ik genoot van de omgeving, maar was ook gelijktijdig erg nieuwsgierig wat ons de komende dagen te wachten zou staan.

Mohammed en Omar discussieerden op een gegeven ogenblik over welke weg ze moesten nemen. Tot onze grote verbazing, want wegen zijn er niet, maar toch als we zo reden kreeg je langzaam visueel een beeld van wat zij wegen noemen. Als je goed oplet dan zie je opeens door afbakening van wat stenen dat je daar weer een andere richting op kunt, afhankelijk van waar je naar toe wilt. Ook vroegen zij nog even de weg en dat kwam bij ons over als: “ immer gerade aus”, wat ze dan ook deden en kwamen aan bij een hutje niet groter dan twee bij drie. Nog een vrij jonge man woonde daar en beheerde daar gegraveerde tekeningen in rotsen en stenen die wel zo’n 5000 jaar oud waren, met de oude Berbertaal zoals een vogel tekenen die als vogel dient en giraffen, olifanten en andere dieren die in die tijd daar nog leefden. Het was indrukwekkend, de jonge man informeerde Omar over de betekenissen, alleen Omar kon dat niet vertalen naar ons toe. Hij sprak wel wat Engels maar onvoldoende om ons de geschiedenis uiteen te zetten. En dat was jammer. Wij maakten daarom zelf maar een eind aan dit bezoek door naar de jeep te lopen en in te stappen. Die boodschap was duidelijk en zo trokken we verder. Wederom na twee uur stopten we in een klein dorpje en jawel hoor, daar stonden drie kamelen (dromedarissen) klaar en een kameelhoeder. Een jonge Berber jongen die voorop zou lopen. Op het moment dat de honden de kamelen zagen was het hek van de dam, een hoop geblaf en gedoe en die kamelen maar rustig blijven liggen. Nu werd toch aan mij gevraagd of het wel goed zou gaan, waarop ik zei: “als het voor de kamelen geen probleem is dan is dat ook voor de honden ook niet zo. Dat geblaf dat zal vanzelf wel ophouden als we lopen”. Aangezien de honden aan de lijn waren bleven ze natuurlijk ook flink tekeer gaan, waarop ik besloot om de honden maar los te laten, waarop ik zei: “nu moeten we ook zo snel mogelijk vertrekken”. Enfin de honden los en natuurlijk om die kamelen heen rennen, gelukkig bleven die rustig liggen zodat wij erbovenop konden klimmen. We zaten nog niet of de kamelen stonden al op en we vertrokken. Vooral voor Bobo was dit nog meer aanleiding om te laten horen dat ze dit minder leuk vond, maar zoals verwacht, vrij snel, kreeg ze andere interesses en was het alleen nog Harrie die vrij dicht rondom de kamelen bleef lopen. Maar op een gegeven ogenblik renden die twee al vrij snel van ons vandaan en liepen hun eigen traject. Nou was het in de jeep al schokken geblazen, maar op die kamelen werd het er niet echt minder om. Bij elke stap werden we een paar centimeter omhoog geschoten maar oooooo…….. wat was het mooi…. Zo tussen die twee oren heen te kijken en dan die snuit te zien en dan verder de zandduinen, een geweldige belevenis. De honden hielden ons in de gaten maar wel op afstand. Na een half uur kreeg ik last van mijn onderrug en besloot maar naast de kameel te lopen. Olga liet zich niet kennen en bleef er rustig bovenop. Ook dat was voor mij een mooi uitzicht om Olga zo op die kameel te zien hobbelen, maar op een gegeven ogenblik besloot ook zij maar te gaan lopen en zo kwamen we het Berber kamp binnen.

We werden ontvangen met thee van een oude Berberman (Hassan), die ook met ons de thee opdronk. We kregen een hand van hem die aanvoelde als leer. Die huid was zo gedroogd en verhard. Maar wat een bijzondere man was dat. Hij sprak alleen maar Berbers en dan toch met ons in gesprek gaan…………. En dat zijn juist de dingen waarom we zijn gaan reizen. We kregen een Berbertent aangewezen om in te slapen en in principe zouden we in dit kamp maar één dag blijven, maar na een voortreffelijke maaltijd kwam Omar ons voorstellen (omdat we elke dag ook kameel wilden rijden) de invulling van de drie dagen iets aan te passen. We zouden dan de tweede dag met de kamelen naar de hoge duinen gaan, en dan in ons huidige kamp ook de tweede nacht doorbrengen. We vonden het prima, mede ook omdat we ook niet wisten wat het oorspronkelijke plan zou zijn. Voor ons was van belang dat we op die kamelen door de hoge duinen zouden rijden en zo ook eventueel nomaden zouden tegenkomen.

Toen wij naar ons Berbertentje wilden om te gaan slapen hadden ze in tussentijd een kampvuur gemaakt en hebben we daar heerlijk naar de ondergaande zon zitten kijken. Daarna werd het ook snel fris en de wind kwam opzetten. We besloten te gaan slapen. Een heerlijk bed met zware dekens, dat waren we niet meer gewend, maar we sliepen als roosjes. We werden de volgende ochtend niet gewekt dus konden opstaan wanneer we wilden. Maar we hebben maar niet al te lang uitgeslapen, ook al kenden we het programma niet, we wisten dat we door de woestijn zouden trekken. Na een heerlijk ontbijt vertrokken we op de kamelen naar de hoge duinen. De wind was gaan liggen en de temperatuur was danig gestegen. We namen extra water mee voor onderweg voor de honden en voor onszelf natuurlijk. Dit zijn van die momenten die je wel zou willen beschrijven maar dooreenvoudig niet kunt. Dit is iets wat je alleen maar kunt beleven en ervaren. Maar voor ons was het heerlijk. Nu hoefden we niet eerder van de kameel af te stappen, we hadden geen last meer van zadelpijn. Op een gegeven ogenblik werden we weer door de jeep opgepikt en zijn toen verder door de duinen gereden. Aangezien het afgelopen november veel had geregend zag de woestijn er groen en vriendelijk uit en waren veel nomaden weer teruggetrokken naar dit gebied. Bij een waterplaats stopte de jeep en konden we kijken hoe twee nomaden vrouwen de was deden. We mochten zelfs foto’s maken maar wel van de achterkant, helaas kunnen we de foto’s en filmpjes niet plaatsen, wat daar de oorzaak van is weten we nog niet, maar vanaf het moment dat we in Marokko zijn lukt het ons niet. Maar wat in het vat zit verzuurt niet, dan komen ze wat later. Om een uur of drie waren we terug en hadden zogezegd een paar uur vrij.

Tijdens de rit door de hoge duinen hebben we nog een pauze gehad bij een ander kampement waar we een Berber omelet voorgeschoteld kregen. Een Berber omelet is een omelet met veel groente en flink gekruid met koriander en komijn, bereid in een tajine. Na het avondeten werden we uitgenodigd in het verblijf van de oude Berber Hassan, waar door vier man sterk traditionele muziek werd gemaakt en gezongen. De instrumenten bestonden uit alleen maar ritme instrumenten. Het was mooi en het was zeer bijzonder. Onze jonge kameeldrijver die er vrij jong uitziet en te verlegen is om een woord te communiceren met je begon te zingen met een volwassen diepe stem, zo mooi, het ging door merg en been, zo’n ander persoon werd hij daardoor. Het leek of hij een ander gezicht kreeg. Toen wij naar onze tent wilden gaan werd ons medegedeeld dat er geen kampvuur was vanwege opkomende wind. We zagen dat er al wat voorbereidingen waren getroffen. Vrij snel zagen we windverstuivingen onze richting op komen en besloten maar naar binnen te gaan en onze deur, die uit een kleedje bestond, met wat grote stenen vast te zetten. Harrie dook onder het bed en ook Bobo kwam dicht bij ons liggen. De tent ging zodanig tekeer dat zelfs ons bed ook heen en weer schudde. We moesten onze gezichten volledig inpakken want het fijne zand kwam overal door. Toch zijn we uiteindelijk in slaap gevallen en hebben verwonderlijk genoeg goed geslapen. Toen we wakker werden lag er een fijne deken van zand over ons heen. We waren toch dankbaar dat we deze zandstorm mee hebben mogen maken, want ook dit is iets geweldigs om te zien hoe dat zich voltrekt.

Na een stevig ontbijt, maar weer de kameel op, echter die waren er niet meer…. De kameelhoeder had ze ’s nachts losgelaten en kon ze één, twee, drie niet meer vinden, dus hij op zijn motorfiets de woestijn in om ze te zoeken. Na een half uur zijn we maar met de jeep vertrokken om ook op zoek te gaan. Uiteindelijk hebben we ze gevonden en konden we alsnog een rit op de kamelen maken. Na een uurtje was dat plezier over want de jeep stond al weer klaar om ons mee verder te nemen, want ze hadden toch wat cultureels op de agenda gezet. Zo werden we naar een universiteit van de Islam gebracht en kregen een rondleiding in de oudste bibliotheek van Marokko, waar alle geschriften waren van de Islam, geschreven in Berbers en in Arabisch en diverse interpretaties van het Islamitisch geloof. Heel indrukwekkend en bijzonder. Vervolgens werden we rondgeleid door een eeuwenoude Kashbah en kwamen bij een coöperatie van pottenbakkers uit. Zoiets ouderwets hebben we zelfs in boekjes nog niet gezien. Alles gebeurde op een klein binnenterrein en in de openlucht. Het maken van de klei, het draaien van de kommetjes, het drogen, het bakken en de mislukte potten en borden weer tot gruis slaan en met water weer tot klei maken. In het winkeltje kochten we twee kleine kommetjes waar we nu onze toetjes uit eten.

Toen gingen we op weg naar huis. Onderweg nog een lap stof gekocht waar Olga een tulband voor mij van heeft gemaakt en een broek voor haarzelf. Nog een lunchstop en toen heb ik maar aangegeven dat het zo genoeg was. ‘s Middags 17.00 uur kwamen we hier aan, moe, heel moe maar ook erg voldaan.

Om jullie vraag te beantwoorden: “ wat is een kashbah?” Is een (vaak) omheind dorpje waarin hele kleine huisjes kriskras tegen en boven elkaar gebouwd worden met kleine en smalle gangen die van het ene huisje naar het ander huisje gaan, met overbruggingen en tunneltjes, waarin geen structuur te vinden is, een doolhof. Hoe ontstaat zoiets? Iemand bouwt een huisje, er komt uitbreiding en er wordt een kamer aangebouwd. Vervolgens komt er nog iemand wonen en wordt er weer wat aangebouwd en dat gaat zo maar door. Aanbouwen, afbreken, verbouwen en uiteindelijk voor de veiligheid wordt er een muur omheen gebouwd. Als je erdoorheen loopt krijg je haast het gevoel dat het allemaal poppenhuisjes zijn, zo klein en minimaal, maar nog steeds bewoond.

Na regen komt zonneschijn en na verdriet komt blijdschap.

Na regen komt zonneschijn, na verdriet komt blijdschap.

12 maart 2015

Op de allereerste plaats willen wij diegenen bedanken die via het blog, E-mail of anderszins hun deelneming hebben betuigd bij ons verlies van onze trouwe viervoeter Odin. We missen hem nog regelmatig, maar zijn ook overtuigd dat we hem niet nog langer moesten laten lijden. De titel van dit verslag zullen we allemaal op de één of andere manier herkennen.

Zo gebeurde het bij ons op 6 maart, toen Olga terugkwam van haar ochtendwandeling, waar beide honden zich weer heerlijk hebben kunnen uitleven en bij het thuiskomen altijd een flinke bak eten krijgen. Bobo zoals gewoonlijk hap,hap, slik,slik, ….lege bak. Harrie dronk zijn melk op en liet de brokken voor wat ze waren. Als hij op de wandeling flink gestruind heeft, dan heeft hij geen trek meer, soms gebeurde dat wel eens, dus besteedden we er ook niet zoveel aandacht aan. Op een gegeven ogenblik zagen we aan Bobo dat ze lichte stuiptrekkingen had, maar daarnaast was ze als vanouds. We gingen ervan uit dat ze iets verkeerds had gegeten en hielden haar nauwlettend in de gaten. Harrie daarentegen was heel rustig en lag onder de camper in de schaduw en de koelte. De temperatuur overdag stijgt langzaam maar zeker elke dag. Olga ging op zeker moment cello spelen en ik bleef bij de honden. Zij was nauwelijks weg en Harrie probeerde de camper in te springen, maar tijdens die sprong viel hij achterover weer naar buiten. Ik dacht dat zijn riem ergens vastzat en dat hij daardoor niet naar binnen kon, maar na het gecontroleerd te hebben bleek dat niet het geval te zijn en een gevoel van onrust bekroop me en even daarna kreeg Harrie stuiptrekkingen, hevig en snel op elkaar volgend. Met een rotgang vloog ik naar Olga en vertelde haar dat het fout ging met Harrie. Ook hij was vergiftigd! Gelukkig stond de laptop aan en hadden we goede verbinding en belden ( via Skype) onze dierenarts in Nijmegen en gelukkig nam Renate zelf op. Waarschijnlijk was ik even in paniek, want Renate wist niet één, twee, drie wie ik was en waar het om ging. De rust van Renate sloeg over op mij en ik kon de situatie uiteenzetten waardoor zij een beter inzicht kreeg in wat er aan de hand was. Inmiddels hadden we Kees gebeld met de vraag of hij naar de apotheker zou willen gaan en daar willen wachten op Olga, want je zult altijd zien, ook al heb je zoveel spullen bij je (en die hebben we ) maar dan mis je juist datgene wat je nodig hebt. Olga ging op weg naar de apotheek om een epileptie remmer of valium te halen. Olga vroeg aan onze Duitse buren of ze even een fiets mocht lenen, omdat zij met spoed naar de apotheek moest vanwege de honden. Dat was natuurlijk geen probleem, maar Eckert zelf ging ook mee om te ondersteunen. Ondertussen moest ik Harrie zoveel mogelijk fysiologisch zout geven via de bek, maar beter was om het onder de huid te injecteren. De naald kon ik niet vinden, dus gaf ik het hem via een spuitje in de bek. De aanvallen werden nog niet minder. Olga kwam gelukkig al vrij snel terug. De apothekersassistente wilde het eerst niet zonder recept afgeven, maar Eckert smeekte en smeekte en herhaalde steeds maar dat het voor een hond was. Ook Olga bleef maar herhalen dat de hond vergiftigd was en dat hij het nodig had en dat we contact hadden gehad met een dierenarts in Nederland. Uiteindelijk zwichtte ze en gaf de epileptie remmers af. Van Renate moest ik hem direct vier doseringen geven die we hem ook meteen hebben gegeven. Inmiddels waren Kees en Bea vanuit het dorp ook hier aan gekomen op de camping en Kees is voor ons weer naar de apotheker gerend om een injectienaald te halen en in een mum van tijd was hij terug en kon ik Harrie nog een aantal keer het fysiologisch zout direct onder de huid inspuiten. En toen zakte het aantal aanvallen af en werden ze minder hevig, eigenlijk ging dat ook weer vrij snel. Op een gegeven ogenblik koos Harrie er weer voor om onder de camper te gaan liggen.

Inmiddels was onze Marokkaanse vriend Achmed ook gearriveerd om ons verder te helpen met het verkrijgen van een verblijfsverlenging. In dit stadje hebben ze daar nog geen ervaring mee en ze willen onze aanvraag gebruiken om daar ervaring mee op te doen zodat ze dat ook kunnen aanbieden aan andere toeristen die dit prachtige stadje en streek komen bezoeken.

Toen iedereen weg was kregen we een gevoel van dankbaarheid en beseften dat als je werkelijk in nood zit er mensen op je pad komen die je helpen, en we zijn daar zeer erkentelijk voor. We realiseerden ons dat als we die hulp niet op die wijze hadden gekregen dat we waarschijnlijk Harrie ook kwijt waren geraakt. Na een paar uur stond Harrie voor de deur van de camper ons aan te kijken op een manier die wij van hem kennen wanneer hij óf wil eten óf wil drinken. We gaven hem wat eten en hij heeft nog nooit zo gegeten als toen, twee bakken achter elkaar en nog keek hij of hij iets meer kon krijgen. Het is een rare die Harrie. In alle tumult hebben we voor de zekerheid ook Bobo wat fysiologisch zout gemengd met wat melk te drinken gegeven. Daar hoef je verder voor de rest niet zoveel voor te doen, die eet en drinkt alles wat je haar voorzet. Op dit moment is hun beider lievelingstraktatie het krijgen van olijven………….! Een tijd geleden toen we onderweg veel amandelen vonden moesten we die goed opbergen, anders pikte Bobo ze in… met haar stevige kaken brak ze de noot open (daar waar wij een waterpomptang nodig hebben…) en at ze de noot op… onverzadigbaar…. Dus onze dagelijkse bezigheid is ook ervoor te zorgen dat zij niet te dik wordt. Mede doordat zij altijd wel iets te eten vindt op haar wandelingen staat ze nu al ruim een jaar op dieet.

Dit allemaal gebeurde op een vrijdag. De zaterdag had Harrie evengoed nog af en toe van die lichte schokken, maar we hebben daar geen actie in ondernomen, volgens ons was zijn lichaam aan het herstellen, zondags was alles weer vanouds. Maandagochtend besloten we even naar de apothekersassistente te gaan om haar te bedanken. We namen Harrie aan de riem mee, wat op zich al veel bekijks opleverde want hier in N’KOB ( zuid Marokko) heb je alleen wilde honden. Olga had haar viool mee genomen en toen we bij de apotheek aankwamen en de assistente hadden uitgelegd dat alles met Harrie oké was en Harrie aan haar hadden voorgesteld, heeft Olga als dank voor haar hulp een stukje gespeeld (Hunters Chorus). Ze moest er van blozen en was zeer onder de indruk. Het kwam zichtbaar bij haar binnen en dat deed ons weer heel goed. Ook de hoeveelheid publiek vermeerderde zich vrij snel en er werden wat foto’s gemaakt via telefoons.

Natuurlijk hebben we het er nog over gehad hoe wij afzonderlijk van elkaar het verlies van Odin en de gebeurtenis met Harrie voelden en beleefden.

  • Voor Olga: bij Odin vooral verdriet en gemis, bij Harrie grote paniek en opluchting toen het beter met hem ging.
  • Voor Roelof: Ik voelde bij Odin niet de pijn die ik voelde bij Harrie. Ik mis Odin en denk vaak aan hem terug. Het verschil zit hem voor mij dat ik achter de beslissing stond bij Odin en dat het nog lang niet de tijd was voor Harrie.

Met dank aan (op alfabetische volgorde):

Achmed, Eckert, Kees en Bea, Renate en………. Skype.

Van ons heen gegaan

Heden middag om 15:00 uur is Odin van ons heen gegaan.

Hij was haast 15 jaar.

De pijn werd ondragelijk ondanks de vele pijnstillers, we hebben toen maar besloten om hem in te laten slapen.

Hij was een echte kamraad die zijn mannetje stond en ons goed bewaakte, we zullen hem missen!

Olga, Roelof, Harrie en Bobo.