junior5000.reismee.nl

Aankomst in Marokko

Aankomst Marokko;22-01-2016

We vertrokken wederom van Algeciras in Spanje, maar dit keer niet naar Ceuta, maar naar Tanger-Med. Het was een half uur langer varen, maar we konden nu de noordwestelijke punt van Marokko bezichtigenzonder dat we hele stukken om moesten rijden. Ons plan was om via het westen de hoofdwegen te nemen tot aan Agadir en vanuit daar via de gewone wegen naar de westelijke Sahara, Mauritanië, Senegal en Gambia te rijden. De laatste tijd hadden we ons gefocust op Senegal en Gambia wat betreft de veiligheid. We hebben ooit afgesproken met elkaar dat we de adviezen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken op zullen volgen. Zij maakt de veiligheid met vier kleuren kenbaar, aangevuld met wat tekst, die haast voor alle landen hetzelfde is dus waar je niet zo gek veel aan hebt. Zo staat er onder andere: begeef je niet op drukke en toeristische plaatsen en vermijd afgelegen plekken, nou maak nu maar je keuze. Maar de kleuren die zij hanteren zijn groen, geel, bruin en rood. Waarbij groen betekent dat er geen negatieve bijzonderheden te vermelden zijn. Bij geel moet je voorzichtig zijn, bij bruin kun je beter wegblijven en bij rood kun je er zeker van zijn dat het fout gaat. Dus wij hebben besloten om alles wat groen en geel is voldoende veilig is om naar toe te reizen. Het vreemde is wel dat Marokko geel gekleurd is en Frankrijk groen en zo meer van die voor ons onbegrijpelijke aanbevelingen, want Marokko is voor ons een zeer veilig land.

Op 25 januari kwamen we aan bij Agadir. Vorig jaar was daar nog een grote camperplaats met mogelijkheid tot overnachten op de ruime parkeerplaats van de Marjane supermarkt, echter nu bleek dat dat niet meer mocht, wij kunnen ons daar alles bij voorstellen. Wij hebben vorig jaar namelijk gezien hoe het er hier aan toe ging. Maar ook het camperservicestation bij het tankstation was onklaar gemaakt en zo konden we geen water tappen, maar een vriendelijke pompbediende zag ons een beetje zoeken en wees ons naar een kraantje in het toilet waar we water konden tappen en dus dan maar weer op weg, op zoek naar een plek om te overnachten. Aan de rand van Agadir vonden we die bij een pompstation. Op 26 januari reden we al in het noordelijke gedeelte van de westelijke Sahara, wat volgens de Marokkanen gewoon Marokko is, maar daar zullen we later meer over schrijven. Op een gegeven ogenblik zagen we rechts van ons een aantal campers staan aan de kust. Langzaam rijdend zochten we naar de weg die daarnaartoe leidde en deze hebben we ook gevonden. Je moet niet denken aan een weg die gemakkelijk in het zicht is, het zijn vaak sporen van autobanden die je dan maar volgt. We zijn niet helemaal tot aan de kust gereden en hebben op een ruime afstand ons plaatsje gezocht en tot groot genoegen van de honden die hier dan ook lekker los en vrijuit konden gaan. Toen we na twee dagen in het meer zuidelijke gedeelte van de westelijke Sahara kwamen wilden we water tappen, maar dat viel niet mee. Weinig of geen water te vinden en toen we bij een pompstation onze tank gevuld hadden bleek het zoutwater te zijn. Ook hierover zullen we in een apart stuk uitleg over geven, maar het is zo dat de woestijn hier tot aan de Atlantische Oceaan loopt, vandaar het zoute water. Dus vanaf nu moesten we flessen water inslaan voor het eten en drinken en het zoutige water gebruiken voor de afwas en de douche. Overigens de pompbediende die ons het water had gegeven en ons van brandstof had voorzien kwam opeens met een paar Nederlandse woorden. Zijn vriend speelt muziek op Afrikaanse festivals in Europa, zodoende wist hij enkele woorden Nederlands.

Op 27 januari, 300 kilometer voor de grens van Mauritanië, hadden we weer eens goed internetverbindingvia onze simkaart en besloten nogmaals te kijken hoe de situatie was, maar nu ook in Mauritanië en OEPS…. BRUIN……. over heel Mauritanië en met de vermelding dat er ook geen Nederlandse ambassade was en inmiddels is de Belgische ambassade ook gesloten, die probeerden we nog te bellen en toen hebben we onze afspraak eer aan gedaan en zijn niet verder gegaan. Voor mij toch een grote teleurstelling omdat we de hele zomer in Portugal zijn gebleven om het nu nog eens te proberen. Vorig jaar ging het niet door vanwege de Ebola en nu kan het niet omdat Mauritanië té onveilig is. Voor Olga een opluchting want zij zag ertegenop zo´n enorme afstand af te moeten leggen. Wat ons erg opviel in het zuidelijke deel van de westelijke Sahara dat de Marokkaanse regering daar veel geld in heeft gepompt om grote bedrijven op te zetten en op die manier werkgelegenheid tebieden. De oorspronkelijk bevolking streeft naar autonomie en op deze manier wordt ook dat deel van de westelijke Sahara zo bij Marokko geannexeerd. Mooie dorpen worden er gebouwd met alle voorzieningen die men nodig heeft en met veel vlaggenpraal en foto´s van de koning. Alleen nog geen bewoners…. Al die huisjes stonden daar nog onbewoond. De industrie die daar de laatste jaren is opgezet bestaat onder andere uit een enorm groot windmolenpark, visconservenfabrieken, gasoverslag en cementwinning.

Op 30 januari kwamen we weer aan in ons vertrouwde stadje NKob, op de camping Ouadjou na een prachtige tocht dwars door Zuid-Marokko, eerst nog kaal en verlaten, maar vanaf Zagora 150 kilometer langs de rivier de Draa, met gras, palmbomen en veel akkertjes.

Na geld gepind te hebben in Zagora zagen we net buiten het stadje een grote Kashbah, waar ook een museum in gevestigd is, over het leven van de Berbers. Natuurlijk wilden we dat even bezichtigen en we reden via een smalle weg de Kasbah in. Olga liep voorop om te kijken of we ook weer zouden kunnen keren, om zo ookde Kashbah te kunnen verlaten. Bij een kleine parkeerplaats aangekomen, waar we ook zouden kunnen keren lag de ingang die ons naar het museum zou brengen, door smalle lage en donker gangetjes waar ook allerlei woningkjes aan liggen, vonden we de deur van het museum, maar de deur was op slot. Na een paar keer geklopt te hebben besloten we maar weer te gaan. Al vrij snel werden we teruggeroepen door een meneer van het hotel die daar ook gehuisvest was met de vraag of we het museum wilden bezoeken. Op ons JA, maakte hij voor ons de deur open, we waren inmiddels weer naar het museum terug gelopen. Daar maakten we kennis met het gereedschap en de gebruiksvoorwerpen waarmee de Berbers werkten en leefden in de afgelopen vele jaren, ook de klederdracht die gebruikt werd bij huwelijken waren getoond, alsmede de drie verschillende vormen van de huwelijksceremonie van de Berbers, afhankelijk van de Berberstam. Zeer indrukwekkend om dit allemaal te zien en te lezen, jammer genoeg had ik mijn fototoestel niet bij me, want foto´s maken zou geen probleemgeweest zijn en teruggaan om het op te halen, daar hadden we geen zin in. Dus die ervaring staat alleen maar op onze harde schijf gegrift.

Aangekomen in Nekob op de camping bleek dat onze vriendelijke vriend Yidir hier niet meer werkte. Hij had inmiddels een baan in een restaurant waar hij nu pizza´s bakt. De volgende dag hebben we met Kees op het terras theegedronken, na afloop zijn we naar het huis van Achmed gelopen waar we, ondanks dat Achmed er zelf niet was werden weontzettend vriendelijk ontvangen in hun huiskamer en hebben we met de familie theegedronken. De schoonzus van Achmed had op een gegeven moment Achmed gebeld en toen kreeg ik de telefoon van haar om met Achmed te praten. Hij was bij zijn zus die last had van haar keel en hij wist niet precies wanneer hij terug zou komen. Vandaag 6 februari gaan we nog even naar zijn huis om te kijken of hij inmiddels thuis is, want we hebben vandaag besloten om morgen weer verder te gaan en in een rustig tempo naar het noorden te rijden.

Gisteren 5 februari kenden wij elkaar 14 jaar. Toentertijd, op die dag ging ik met Olga mee naar Doetinchem, zij wilde goeie dansschoenen hebben en ik wist daar een adres waar ze handgemaakt werden. Na het bestellen van schoenen dronken we warme chocolademelk en aten daarbij appelgebak in het dorpscafé die gehuisvest was in de Waag. We zaten bij een heerlijk brandende open haard. Die sfeer bracht ons in een bepaalde gevoelstemming zodat bij het verlaten van de Waag, Olga spontaan mijn hand vastpakte die ik niet meer los liet, en zo liepen we terug naar de auto. Na deze dag heeft onze relatie zich in een sneltreinvaart ontwikkeld. Voor diegenen die het niet weten had ik pas vioolles van Olga en hadden we elkaar ook nog ontmoet bij El Corte, de Argentijnse dansschool.

Op een van de recente ochtendwandelingen van Olga met de honden gebeurde het volgende: Harrie werd versierd door een jong teefje, die al omgeven was door 5 reuen, maar zij gaf de voorkeur aan Harrie. Door steeds pal voor hem te gaan lopen en dan weer een stukje weg te wandelen probeerde ze Harrie mee te lokken en Harrie wilde wel…. Maar hij zat vast en voor ons gelukkig, want hij had geen aandacht meer voor Olga en zou absoluut zijn mee gegaan, dus dit keer was het niet dat mensen Bobo wilden kidnappen maar een teefje die haar charme in de strijd gooide om Harrie mee te krijgen. Voor ons natuurlijk de vraag wat er werkelijk gebeurd zou zijn wanneer Harrie los zou zijn geweest, zou hij terug gekomen zijn of zouden we hem voorgoed zijn kwijt geraakt?

Op de Souk, de weekendmarkt hier in Nekob, zagen we bij de kraam met allerlei kruiden een grote zak met gedroogde schillen, het leken wel boomschorsschilfers. Bij navraag, wat niet al te vlot liep, nam de man me mee naar een groentekraam en wees op rode uien, en dat was het dus. We hebben meteen een kilo gekocht, zonder te weten, hoe we het konden gebruiken. Inmiddels zijn we erachter gekomen, door een Tajine te maken, waarbij we de gedroogde uien hebben gebruikt. Door de duur en het vocht wat vrijkomt van de groente worden de uien geweld en zijn ze goed eetbaar en zeer smaakvol. Voor de rest kunnen we hier weer volop cello spelen en dat maakt het vertrek wel weer moeilijker. We werken nu aan een aantal stukken waaronder de Vocalise, the Swan, de Serenade van Haydn en de Bolero. Voor mij is en blijft het moeilijk om tijdens het spelen te tellen en de maat de juiste duur te geven, dus met andere woorden de muziek onder elkaar te krijgen. Maar langzaam en zeker als we twee keer per dag kunnen oefenen, gaat het steeds iets beter. Tijdens het schrijven van dit stuk besluiten we om morgen nog maar niet te gaan. Maar erg veel langer kunnen we hier ook niet blijven omdat we anders weer zo moeten haasten en dat willen we niet meer.

Vervolg van ons verblijf in Portugal

Vervolg verblijf in Portugal, 19-01-2016

Na de ontmoeting van Mieke en Frans zouden we in een rustig tempo naar Marokko gaan, inmiddels is het eind januari en we zitten nog steeds in Portugal.

Wat is er gebeurd:

Vlak voor de ontmoeting brak mijn brug nadat we een dag ervoor bij de tandarts waren geweest voor onderhoud en controle, dus daar weer terug en we hebben de brug weer op de twee pootjes vast kunnen zetten met cement. Met de afspraak dat we na het bezoek van Mieke en Frans terug zouden komen om deze brug in fases te laten vernieuwen.

Na zes leuke dagen met Mieke en Frans te hebben opgetrokken gingen zij weer noordwaarts en wij zoals gepland zuidwaarts, maar de natte dagen van Portugal braken aan en we kregen een enorme regenbui over ons heen waarbij we het binnen niet helemaal drooghielden. Vooral de klerenkastjes van Olga en haar kleding moesten het ontgelden. Alsof ze zo uit een wasmachine kwamen waarvan de centrifuge defect is. We stonden toen in Alcacer do Sal. Die avond zijn we op goed geluk naar de Lidl gereden waar ze van die overdekte parkeerplaatsen hebben met de hoop dat we eronder zouden kunnen passen. Olga achterop de camper op het trapje, net boven het dak uitkijkend of we eronder pasten. Een beetje lucht uit de achtervering laten ontsnappen en zo konden we eronder staan en konden we alles droog maken. Na het maken van een afspraak bij de SOS-camperdealer, konden we weer richting Lissabon.

Daar aangekomen moesten we nog twee dagen wachten voor we naar binnen konden, maar door het ontsnappen van alle lucht uit de achtervering stonden we ietwat scheef en hadden geen lekkage. Toen er plek was binnen begon Jean-Paul met goeie zin het profiel los te maken van het dak. Na een half uur kwam hij naar ons toe met een gezicht wat op onweer stond. Achter hem kwam de baas aan gerend en hield een stop met de mededeling: ik informeer ze wel………

Als je een paar maanden in zo´n land rondtrekt, dan versta je niet alle woorden maar je begrijpt al vrij snel wat er bedoeld wordt. Toen werd ik meegenomen het dak op en daar werd me uitgelegd door middel van het laten zien van de verroeste schroeven dat het probleem vele malen groter was dan zomaar een lekkage en dat er maar één mogelijkheid was; om het gehele dak los te maken zodat de schade goed zichtbaar zou worden. dus dat dan maar doen.

Na vier of vijf uur lag 2/3 van het dak bloot en bleek dat 75% van het hout volkomen verrot was. Hij kwam al vrij snel met de suggestie om maar naar Nederland terug te rijden en om maar een andere camper te kopen. Dat voorstel viel niet in goede aarde bij ons. We zagen bij hem wel een mooie camper te koop staan en zijn voorzichtig gaan aftasten wat de mogelijkheden waren. We hadden namelijk al voor enkele duizenden euro’s aan onze huidige camper geïnvesteerd en apparatuur vernieuwd. We kwamen er vrij snel achter dat we niet veel verder kwamen en de verschillen waren te groot, dus slopen wat er gesloopt moest worden en maar vernieuwen wat er vernieuwd moest worden. Het ontbrak ons niet aan het vertrouwen van de deskundigheid, maar ik beklonk wel dat ik er bij het hele proces bovenop zou zitten en daar waar kon mee wilde helpen, tenslotte is er een spreekwoord van jong geleerd is oud gedaan.

We konden overdag en s´ nachts niet in de camper blijven dus we huurden een bungalow op een camping waar Olga met de twee honden verbleef en ik ging ´s morgens met de bus, trein en weer een bus naar mijn werk en ´s avonds weer terug. Alleen bij deze werkgever kreeg ik geen geld, maar moest ik betalen, zo zie je maar dat elk land z´n eigen gewoontes heeft.

Ruim anderhalve week later zat het dak er weer op. Het eindprofiel was het oude en dat stelde ons enigszins teleur, we hadden begrepen en gedacht en gewenst dat er een nieuw breed profiel op zou komen maar mijn alertheid was de laatste twee dagen bij de opbouw danig afgezwakt en ik was moe van al die dagen rond te hangen enzovoort. Wel werd ik ´s middags uitgenodigd om mee te lunchen en de vrouw van de baas maakte heerlijke Portugese gerechten waar overigens iedereen van mee at.

Zogezegd na ruim anderhalve week terug naar het zuiden, Albufeira, voor mijn twee zenuwbehandelingen. Onze tandarts daar deed deze behandelingen niet zelf maar er kwam een specialist van buiten die alleen maar deze behandelingen deed voor diverse tandartspraktijken. Ze was vol lof over deze man want je voelde er werkelijk niets van. Ik kan dit niet helemaal beamen, maar het allergrootste deel van de behandeling was pijnloos. We spraken af dat de rest van de behandelingen in 2016 zouden plaatsvinden vanwege verzekeringstechnische zaken.

Inmiddels was het haast Kerst en we besloten een stukje noordelijk te rijden naar Alcacer do Sal om daar in een bejaardenhuis en een dagopvang voor ouderen kerstliedjes te gaan spelen, intussen waren we druk daarmee aan het oefenen. Het waren twee onvergetelijke, leuke middagen en het werd ontzettend gewaardeerd. Van daaruit naar ons oude stekje in Vale do Guizo op het voetbalveld.

Bij het legen van het toiletreservoir hoorde ik Olga druk praten met een moeder en dochter over Kerst, mijn nieuwsgierigheid werd daardoor sterk geprikkeld en ik besloot om me bij het gesprek te voegen. We werden uitgenodigd voor kerstavond om te komen eten en dat leek ons erg leuk en we zouden onze cello´s meenemen om als dank een concertje te geven. Daar waren Isabel en haar man Alex, die ons hadden uitgenodigd met dochter Camile, die in Berlijn studeert en Ana met haar man Ulf die in de buurt van Vale do Guizo wonen. Het was een gezellige drukke avond waarin alles natuurlijk vertaald moest worden heen en weer. Na het diner werden er zelfs cadeautjes uitgepakt en we kregen een fles olijfolie van de plantage van Ulf die daar tweeduizend olijfbomen heeft staan. Na onze terugkeer uit Marokko willen we daarlangs gaan. Ook kregen we nog een heerlijke sjaal, die ik meer om heb dan Olga.

We hadden ons ingeschreven voor het Oud en Nieuwsfeest in het dorp dus de dagen tussen Kerst en Oud en Nieuw verliepen rustig met goed weer. Ook het feest zelf met muziek en veel eten en voor sommigen veel drinken was zeer gemoedelijk en gezellig. Overigens staan op het blog foto´s van zowel het Kerst als het Oud en Nieuw feest.

En toen………ja hoor…lekkage…weliswaar bij een hele grote stortbui, maar toch baalden wij nu helemaal. En we gingen terug naar de SOS man. Die wist het een twee drie ook even niet en Jean-Paul besloot om alle voegen wat dikker aan de zetten, na twee en een half uur was hij daarmee klaar en vertrokken we maar weer.

Halverwege de rit naar het zuiden besloten we de tolweg op de gaan en daar bij een tankstation te overnachten, we waren moe. De volgende ochtend goed uitgerust weer de weg op en besloten de eerste de beste afslag te nemen om verder de rit binnendoor te gaan. Maar we kwamen niet van de tolweg af, de slagboom bleef dicht en het kaartje werd niet geaccepteerd. Het duurde niet lang voordat uit de automaat een stem kwam die bevestigde dat het kaartje ongeldig was. Wat bleek… dat je in Portugal niet langer dan 12 uur mag verblijven op de tolweg, dus kregen we een flinke boete en of we die we maar even aan de machine konden voldoen. Nu hadden we geen 90 euro aan contant geld en de Portugese tolwegen accepteren geen bank of visa kaart, alleen de nationale Portugese bankpassen. De stem in het hokje printte een nota uit met de mededeling dat we die binnen 8 dagen moesten betalen en dat kon bij een bankautomaat van dezelfde bank. Nou dat zou geen probleem op moeten leveren, want elke bank heeft dezelfde automaten. De slagboom ging omhoog en wij vertrokken, mopperend over het feit dat je niet langer dan 12 uur mocht verblijven en dat je niet met een wereldpas kunt betalen. Toen we echter de bekeuring wilden betalen bleek dat je de bekeuring bij die bankmachines alleen kon betalen met een pas van die bank. Na veel gezoek en gevraag werden we doorverwezen naar een postkantoor, want daar kun je namelijk wel betalen. Aangekomen op het postkantoor was de uitdrukking op het gezicht van dien aard dat we dachten: dit gaat het niet worden. Na veel geharrewar bleek dat je maar op drie of vier locaties in Portugal de boete kunt voldoen, want zo zei ze: als het ons overkomt moeten wij ook kilometers rijden om die bekeuring te betalen. Het schijnt in Portugal niet zo moeilijk te zijn om een bekeuring te krijgen, maar om deze dan te kunnen betalen is een volledig ander verhaal. Wij, weer de tolweg op, op zoek naar zo´n betaalkantoor. Bij het eerste de beste kantoor, wat werd bemand door een vriendelijke man die ons wederom vertelde dat we bij hem niet konden betalen. We waren ten einde raad en dat bleek hij van onze gezichten af te kunnen lezen. We legden hem uit wat we al allemaal hadden gedaan om maar te kunnen betalen, hij was begaan met ons en vroeg of we cash bij ons hadden. Dat hadden we gelukkig nu wel, hij nam het geld aan en ging met het bonnetje naar een van die hokjes bij de slagboom en deed wat hij moest doen, kwam terug met een betaalbewijs en we mochten gaan. Eén ding weet ik zeker, ik heb nog nooit van mijn leven zoveel moeite gedaan om een bekeuring te betalen.

Nu staan we op 19 januari 2016 in de buurt van Albufeira, waar ik morgen weer een afspraak met de tandarts heb om stiften in de bestaande wortels te zetten en een opbouw voor de brug te maken plus een afdruk, zodat eind maart de brug geplaatst kan worden.

Was het vorig jaar dat mijn paspoort was verlopen, nu kwamen we erachter dat onze groene kaart niet geldig meer was, een kopie aangevraagd en Lotte heeft die naar het adres van onze tandarts in Albufeira opgestuurd.

Tussendoor hadden we natuurlijk vele wederom mooie, heerlijke en vriendelijke ontmoetingen en belevenissen, want zonder pech heb je geen geluk.

We verwachten dat we de 23 of de 24ste Marokko binnen kunnen rijden, met zo´n twee maanden achterstand volgens onze planning, maar inmiddels wel geleerd dat plannen maken en reizen niet echt in harmonie met elkaar leven.

Feestdagen

Wij wensen iedereen fijne kerstdagen toe en een voorspoedig uiteinde en fris begin van 2016.

Wij gaan oud en nieuw vieren in het dorpje Vale de Guizo in Portugal in een oud schooltje samen met de dorpsbewoners en zijn erg benieuwd hoe dat eraan toe gaat.

in iedergeval kunnen we dansen.

groetjes,

Olga en Roelof

Renovatie en vakantie gevoel;

Renovatie en vakantie gevoel; Zaterdag 12-09-2015 Assafora, Portugal.

En daar stonden we weer bij onze SOS camperdealer om de gasfles onder de camper te laten plaatsen. Maar die was wederom nog niet aangekomen. We gingen ons afvragen of het met die gasfles werkelijk nog wel goed zou komen. We wilden absoluut meer gas tot onze beschikking hebben en aangezien Joaquim , de baas van de SOS, niet kon voorspellen wanneer er een tank opgestuurd zou worden vroegen we of hij geen alternatief wist. Hij belde een collega die in gastanks deed voor personenauto´s en die had wel wat. Wij er naar toe en hebben naast het bedrijf de nacht door gebracht. Goedgemutst de volgende ochtend reden we zijn terrein op en zeiden dat hij aan de slag kon gaan. Grote rimpels op zijn voorhoofd verschenen. Hij keek een tig aantal keren onder de camper en kwam tot de conclusie dat een 60 litertank te gevaarlijk was om er onder te zetten. Een 30 litertank zou wel kunnen, maar daar waren we niet voor gekomen en omdat de communicatie ook wat moeilijk liep gingen we toch maar terug naar onze camperdealer SOS en vroegen hem om nu eens even rustig de tijd te nemen en te kijken naar uitvoerbare mogelijkheden. We hadden al één LPG fles en er eentje naast zetten was niet zo´n probleem, maar dan moesten we in landen als bijvoorbeeld Marokko , waar geen LPG is, zo´n LPGfles ergens opslaan en een gasfles van het land op die plaats zetten. Dat kan natuurlijk wel maar handig is iets anders. Joaquim, keek en keek……….. overwoog………….. haalde een van zijn mensen erbij…….. en kwam toen met het idee om een stukje uit de bodem van de camper te halen, dat te verlagen zodat daar twee flessen zouden kunnen staan en daarbovenop er dan ruimte zou zijn voor een derde fles en wat spullen. Even snel overleg met Olga en we besloten om twee gasflessen erbij te kopen, dat betekent dat we dan drie LPG flessen hebben en ruimte voor een andere gasfles. Die drie gasflessen vertegenwoordigen een inhoud van 66 liter LPG, wat goed is voor ruim drie maanden gasverbruik. Op de foto´s, die al gepubliceerd zijn, kunnen jullie de constructie zien.

Toen wij vertrokken uit Nederland hebben we een airco op ons dak laten zetten, maar die kan alleen op 220 Volt, dus als we op campings staan (wat niet al te vaak gebeurd) of met behulp van de generator, maar dat kan ook niet als we vlakbij andere campers staan. Joaquim is importeur van een airco die op 12 Volt draait. Ik had weinig vertrouwen in het functioneren van zo´n airco, maar na onderzoek op internet bleek het om een totaal ander principe te gaan. Nog wel acht keer met Joaquim gediscussieerd te hebben besloten we maar om onze airco te vernieuwen. Voor onze oude airco wilde hij niets geven, maar voor de generator, die we dan eigenlijk niet meer nodig zouden hebben, daar kwamen we wel een prijs voor overeen. We hebben dan wel meteen een gewichtsvoordeel van bij elkaar 40 kilo. Maar we hebben ook weer een beetje pech, want hij had er geen een meer in voorraad. En wij konden niet nog een week daar blijven omdat we een afspraak hadden met Lotte en Bart in Zuid-Frankrijk, dus we schoven het maar op tot na zijn vakantie .

En nu op weg naar Mauleon-Licharre in Zuid-Frankrijk, dichtbij Pau, waar we op 8 augustus aankwamen. Het plaatsje ligt aan de voet van de Pyreneeën, bosrijk en heel mooi. Lotte had een leuke camping uitgezocht, niet zo groot en gelegen langs een snelstromende rivier, een heerlijke plek. 10 Augustus, tegen het eind van de middag, arriveerden Lotte en Bart. Ze hadden wat moeite gehad om het te vinden en het was erg druk op de weg geweest, en dat klopt wel, daar hadden wij ook last van. We zijn twee dagen met elkaar opgetrokken, waarvan we één dag gezamenlijk naar het stadje Sauveterre zijn gegaan, en heerlijk op een terrasje aan het water hebben gezeten. Daarna hebben we een stadwandeling gemaakt en een aantal historische punten bezichtigd. Het was goed, leuk en fijn om zo elkaar te ontmoeten. De tweede dag hebben we voornamelijk over van alles zitten babbelen en met name heeft Bart veel en uitvoerig over zijn Leslab , een door hem en zijn vriend ontworpen leermodel vertelt, dat na één jaar al grif wordt afgenomen door meerdere ROC´s. De inhoud van de stof is mij niet onbekend en dat maakt het er alleen maar leuker op om erover te praten. Woensdag zijn wij weer vertrokken en bleven Lotte en Bart nog een dagje op de camping bivakkeren.

Via West-Noord-Spanje, wat natuur betreft niet te vergelijken is met Noord-Oost-Spanje, op weg weer naar Portugal. Galicië is toch werkelijk ontzettend mooi en zeer bosrijk, met mooie camperplaatsen. Net over de grens in Portugal kwamen we in het minidorpje Lindosa, waar weer een kasteel ruïne te bezichtigen was, maar wat ons het meest fascineerde waren, zo dachten wij, graftombes tussen de middeleeuws aandoende huisjes en straatjes. Echter het bleken geen graftombes te zijn, maar ieder huis had zijn eigen graanschuur op poten. Foto´s zullen we meteen mee plaatsen. Dit verschijnsel is wel streekgebonden. Verder hebben we ze buiten het noorden van Portugal niet meer gezien.

In drie weken reden wij langzaam weer naar Lissabon, waar onze nieuwe airco op ons stond te wachten. Toen we aankwamen begonnen ze er meteen aan en na een dag werken, inclusief nog wat kleine dingetjes, was het klaar. Inmiddels hebben we er alweer twee weken ervaring mee en we moeten zeggen dat hij super werkt. Wij konden namelijk nooit met zijn tweeën door een dorpje lopen zonder honden, en samen met de honden ook vaak niet. Maar de honden achterlaten in de camper was geen optie. De temperatuur zou te snel stijgen, wat je de honden niet kan en mag aandoen, maar nu met deze nieuwe aanschaf is dat voorbij. In de camper blijft het nu lekker fris, zodat wij zonder stress over de honden even rustig kunnen shoppen, wat natuurlijk ook weer zijn nadelen heeft. Want als we eenmaal de kans krijgen kunnen we ons moeilijk beheersen.

In totaal zullen we ongeveer 6 maanden in Portugal blijven en daarmee verdwijnt het gevoel van reizen een beetje. Het is meer een gevoel van vakantie hebben. Inmiddels zijn we goed bekend met de leefstijl van de Portugezen en het vormt hier geen enkel probleem om te gaan staan waar je wilt. Overal is het even mooi en goed en zijn de mensen vriendelijk en zeer behulpzaam. Zo ook toen we merkten dat er iets aan de hand was met Harrie. Hij plaste wat bloed, dronk veel en plaste langdurig en vaak. Wij op zoek naar een dierenarts. Het adres wat we hadden konden we niet vinden. Overigens gebeurt het vaak in Portugal dat adressen niet kloppen of er gewoon niet zijn….. maar goed, Olga liep een kleine kruidenier binnen en legde ons probleem uit. Die haalde eerst de buurman, die wist wel waar het was en dat wees hij aan op een plattegrond, maar het was erg ingewikkeld. Toen werd de zoon van de vrouw onder de douche vandaan gehaald en die zou met ons meerijden naar het adres, maar helaas op dat adres was geen dierenarts meer. Hij belde zijn vriendin op die in de buurt woonde en die wist wel een goede dierenarts. Dus wij naar het huis van de vriendin, die vrolijk ook voorin de camper kroop en dat adres klopte wel. Wij met z´n vieren en twee honden naar binnen en Bobo , die vond dat ze te weinig aandacht kreeg, plaste meteen maar even in de wachtkamer, maar geen probleem, de schoonmaakploeg kwam en het was zo opgelost. De vrouwelijke dierenarts sprak gelukkig Engels en nam rustig de tijd om te luisteren naar ons verhaal. Nou hadden we voor die tijd telefonisch contact gehad met Renate, onze dierenarts in Nijmegen. Op die manier kwamen we met gerichte informatie bij de dierenarts. En zo voel je je toch ook wat sterker dan te moeten komen met een onsamenhangend verhaal. De dierenarts , al luisterend , maakte rustig kennis met Harrie, die eigenlijk niets van dierenartsen moet hebben. Ze deed ons denken aan de benadering van Renate, eerst de hond aan je laten ruiken, aan de telescoop laten ruiken, even aanhalen en gelijk met de andere hand over de hond heengaan en dat was mooi om te zien, hoe Harrie zich ontspande. We hadden al urine opgevangen, dus dat werd meteen onderzocht en het afnemen van bloed was voor Harrie geen probleem. Het urineonderzoek was goed, het bloedonderzoek wees op een infectie en ze besloot om een antibioticakuur van 8 dagen voor te schrijven, mocht deze niet aanslaan dan herhalen voor 15 dagen met een ander antibiotica en zo is het ook gebeurd. De kuur van acht dagen was afgelopen en Harrie kreeg dezelfde verschijnselen terug en nu zijn we bezig met de kuur van 15 dagen. Op dit moment gaat het al stukken beter, maar we moeten afwachten wat het wordt als de kuur is afgelopen. Overigens moeten we Harrie goed in de gaten houden als hij bij de camper is. Hij is zeer waaks en deinst er niet voor terug om aan te vallen als iemand te dicht bij de camper komt, maar het vreemde hierin is ook dat sommige mensen zonder meer langs de camper kunnen lopen zonder dat Harrie ook maar even opkijkt. Maar ook bij het wandelen merken we een verschil, afhankelijk van de persoon wordt Harrie gespannen of blijft hij ontspannen. Bobo daarentegen blaft naar alles en iedereen , maar met een kwispelende staart begroet ze ook iedereen. Zij is van de twee het meest alert op dingen die rondom ons heen gebeuren en reageert als eerste.

Tot begin November rijden we langzaam naar het zuiden en weer een stukje naar het Noorden om Mieke en Frans te ontmoeten, waarna we dan gezamenlijk weer een stukje zuidwaarts trekken om dan vervolgens, zoals het er nu naar uitziet via Marokko en Mauritanië naar Senegal en Gambia te rijden. Wij hopen dat jullie allemaal ook een fijne vakantie hebben gehad, wij genieten steeds meer van het reizen en hebben het gevoel dat we alles bewuster mee maken.

Olga en Roelof.

Weer terug in Portugal

Weer terug in Portugal op weg naar Lissabon, S.O.S Camper;

Inmiddels zijn we alweer eenenzeventig dagen in Portugal en onze mening over Portugal is niet veranderd. Onze eerdere gevoelens en meningen zijn tot dusver alleen maar bevestigd. In deze periode hebben we vooral gestaan op voor ons bekende plaatsen, alleen in sommige gevallen via een andere route. We begonnen weer in Parque de Gale (Albufeira), waar we vorig jaar zijn geëindigd. Ook nu weer post ontvangen vanuit Holland die Lotte ons heeft toegestuurd.

Vervolgens naar Ameixial (de heuvels landinwaarts van de Algarve), ( wel eerst flink inkopen doen) onderweg hoopten we maar dat er een plaatsje zou zijn, want het is er niet zo groot, maximaal een plaats of tien en vorig jaar was het hier best druk qua aantal, maar het is en blijft een rustige plek. Toen we aankwamen dachten we eerst dat we verkeerd waren, niemand stond er. Maar de omgeving kwam ons zo bekend voor dat het niet anders kon zijn dan dat dit de juiste plek was. Voorheen was dit een kurkopslagplaats met een grote weegbrug, daar zijn we op gaan staan, lekker vlak. Nadat we ons hadden aangesloten op elektra en ons zitje hadden gemaakt verzonken we hier in diepe rust. We hebben hier ongeveer negen dagen gestaan en toen waren alle voorraden op. Het enige wat hier te koop is zijn broodjes in een café en ’s zaterdags is er een kleine markt. Zo ook hier, daar waar we langer staan krijgen we meer contact met de bewoners in de omgeving en ook hier weer is Olga diegene die de gesprekken voert. Zij is ook diegene die het meest voor hen in beeld is, zij doet namelijk de ochtendwandeling met de honden en ontmoet daardoor meer mensen, terwijl ik ons territorium tijdens die afwezigheid verdedig.

Toen het reizigersbloed weer wat onrustig werd vertrokken we naar het stuwmeer Pego do Altar (vlakbij Alcacar do Sal), waar we plannen gingen maken om een aantal werkzaamheden en investeringen te doen aan de camper. Nadat we in Spanje nieuwe banden onder de auto hadden en gekeurd waren hadden we over het autogedeelte een goed gevoel, natuurlijk de ervaring van afgelopen twee jaar telt daar ook aan mee. Maar zoals elke huiseigenaar weet zijn er altijd wel wensen en verbeteringen te vinden aan hun woning, dat geldt ook voor ons en die wilden we in Lissabon bij de SOS Caravanning Assistance laten uitvoeren. De eigenaar van die zaak hebben we vorig jaar ook op deze locatie ontmoet. Toen heeft hij ter plekke een ventilator geplaatst voor de koeling van de koelkast en dat werkt uitstekend. Hij heeft zijn bedrijf in Lissabon en in de weekenden rijdt hij met zijn servicewagen rond Lissabon de camperplaatsen af. Zeven dagen in de week werkt deze man, maar daarover later. Aangezien onze ervaring met onze kachel niet hoger kwam dan een dikke vier waren we het er gauw over eens dat ie vervangen moest worden en besloten dan maar meteen een combi-ketel te nemen waardoor aanzienlijk meer bergruimte gecreëerd zou worden. Onze tas achter op de camper viel achteraf wat tegen, hij was snel vies geworden en kon niet goed schoon gehouden worden en ook raakte ie al vrij snel uit zijn vorm. Tijdens het reizen zie je natuurlijk hoe andere camperaars allerlei zaken oplossen en we besloten dus ook om maar een andere topkoffer te nemen. Intussen heeft ons automatisch trapje het begeven en deze moest ook nagekeken worden en we besloten een grotere vaste gastank onder de auto te laten monteren. Met onze huidige tank doen we ongeveer drie weken en de meeste LPG vulstations zitten toch meer op de toeristische routes die wij in de meeste gevallen juist vermijden, dus moeten we altijd alert zijn op onze gasvoorraad en met een tank van drie keer die hoeveelheid geeft dat wat meer speling. We maakten een afspraak en we bezochten onze Joaquim Costa in Lissabon, waar we al onze wensen bespraken. De levertijd zou drie weken bedragen, dus wij weer terug naar Pego do Altar. Hij zou ons bellen wanneer de spullen binnen waren, echter na vier weken zijn we hem maar gaan bellen en hij beloofde ons om te bellen en ons de volgende dag terug te bellen, we hebben hem zelf maar weer de volgende dag gebeld, toen hoorden we dat de spullen maandag daarop zouden arriveren en hij wilde eerst dat we de week daarop zouden komen, want de gastank was moeilijk te leveren. Achteraf bleek dat hij onvoldoende te bestellen had bij die firma en om de kosten te drukken heeft hij maar gewacht met bestellen. We hebben acuut de gastank geannuleerd en gezegd dat we die maandag bij hem voor de deur zouden staan, dat als de combi geleverd werd hij direct kon beginnen. Uiteindelijk ging hij hiermee akkoord. Toen wij de volgende maandag aankwamen was de combi nog niet gearriveerd maar de post moest ook nog komen en na twee uur, ja hoor daar waren onze spullen. Inmiddels was onze klusjeslijst ook dusdanig gegroeid dat we akkoord zijn gegaan met zijn voorstel om de volgende dag te beginnen. Twee dagen met twee personen hebben ze aan de camper gewerkt en tot volle tevredenheid. Deze man heeft het druk, vele campers komen er aan rijden om kleine en minder kleinere reparaties te laten doen. Hij heeft een goede naam in de loop der jaren opgebouwd. Hij en zijn mensen ( twee stuks) zijn werkelijk vakmensen alleen wat slordig in hun manier van afwerken. En met een uurloon van € 30,-- per uur voel je je per uur rijker worden en BTW wordt er niet over berekend, want de uurlonen betaal je gewoon apart. Hoe komt het toch dat die landen in een voortdurende crisis zitten? Want hetzelfde hebben we ook al meegemaakt in Spanje en de hele Balkan inclusief Turkije en Marokko. Joaquim Costa, die ook 66 jaar oud is, vertelde ons dat hij nog wel moet blijven werken. Ondanks dat hij van zijn werk houdt zou hij toch het liefst willen stoppen. Hij werkt vanaf jongs af aan al in de camperbranche. Allereerst in Italië, waar hij vandaan komt. De reden waarom hij moet blijven werken ligt hem in het feit dat hij twee kinderen heeft waarvan een nog studeert en de ander logopedist is maar te weinig werk heeft om zijn gezin te onderhouden, dus die zeven dagen dat hij moet werken is om zijn kinderen te ondersteunen. Om het verhaal van de gasfles niet al te lang te maken hebben we toch maar weer besloten om die te bestellen, waar we nu op wachten.

Inmiddels hadden we Pego do Altar ook al weer verlaten en een plaatsje gezocht in Vale do Guizo, waar we op een oud voetbalveld staan, naast een doel tegenover de kleedruimtes met douche en toiletgelegenheid. De eigenaar van dit voetbalveld wil absoluut niet dat dit gebruikt gaat worden als camperplaats. De bewoners hier in de buurt hebben er geen moeite mee dat wij hier zijn gaan staan en dus staan we hier. Ook hier zijn geen winkeltjes. Om de dag komt er een autootje met brood, om de week komt er iemand met kleding, vooral ondergoed, schorten en eenvoudige katoenen jurken, één keer in de week de visboer en er schijnt ook zo nu en dan iemand met fruit en groente te komen. Maar al deze inwoners hebben een tuintje waar ze hun eigen groentes kweken en zo nu en dan brengen ze ons ook wat. Ook komt er één keer in de week een diepvrieswagen met vlees, vis, groente en wat schoonmaakartikelen. Aan de andere kant van de weg staat de kerk en op die kerk bevinden zich vier ooievaarsnesten, waarvan drie bewoond zijn en waarvan de jongen in deze periode zijn gaan vliegen. Vooral als ze terug komen is het een aandoenlijk gezicht omdat ze het landen nog niet altijd even perfect uitvoeren, waardoor ze weer een herstart moeten maken. Olga heeft drie dagen geleden de eigenaar van dit voetbalveld ontmoet. Hij gaf te kennen dat hij het geen probleem vond dat wij hier stonden (we schijnen een goede naam te hebben hier) maar moesten beloven dat zodra er een andere camper hier zou willen gaan staan, wij onmiddellijk moesten inpakken met de mededeling dat we hier niet mochten staan. Ze willen geen toeristen. Ook hij zei dat dit een uitstervend dorpje was en er staan inderdaad vele kleine huisjes leeg en/of te koop. Er zijn al een paar van die huisjes gekocht door Portugezen die het als weekend/vakantiehuisje gebruiken. Het is hier ook geweldig mooi en rustig. Op deze plek staan we inmiddels vierendertig dagen en willen eigenlijk ook nog niet weg. Het enige wat hier nog open is is een klein café-restaurant, waar we zo nu en dan wat gaan drinken , eten of een ijsje halen. De mannen doen hier niet zo mee, het zijn vooral de vrouwen die de zaken regelen en de contacten met elkaar onderhouden. Het voetbalveld ligt een aantal meters in de diepte, dus zo nu en dan staat er boven een inwoonster van dit prachtige dorp om Olga te roepen die dan weer mee moet om een huisje te bekijken en dan komt ze bij de camper terug met een zak aardappelen of het een en ander. We verwachten dat we volgende week wel naar Lissabon kunnen voor de gastank en nog een paar kleine dingetjes.

Inmiddels hebben we hier zelf de deurtjes van de kastjes, douchcabine en opbergkast crème geschilderd, naar volledige tevredenheid van Olga (het is nu net een pipo wagen).

Richting Spanje, op naar de APK keuring

Richting Spanje, op naar de APK keuring;

Op 7 mei vertrokken wij vanuit Aït Ben Yacoub, waar we twee dagen aan het meer hebben gestaan en kennis hadden gemaakt met de nieuwe hoteleigenaar. Het was voor ons ook twee dagen van hard werken, we waren namelijk net zo hard bezig ( waarschijnlijk ) als de nieuwe hoteleigenaar met het maken van plannen. Wij hadden hem graag geholpen, maar met de twee woorden Frans van hem en de vier woorden Frans van ons, daar kom je niet zo ver mee, dus dan maar vertrekken. We hadden nog zo’n vierhonderd kilometer te gaan voordat we in Spanje zouden aankomen en we dachten daar wel een dag of drie over te doen, gezien we door de bergen moesten en de wegen die je daar kunt verwachten. Na 46 kilometer reden we door het stadje Ifrane, waar een ontzettend grote markt was. Wij stoppen en besloten om maar eens even over de markt heen te slenteren. De markt was goed verdeeld in categorieën; groente en fruit, kruiden en theeën en zo ook op een gegeven ogenblik kramen met allemaal levende kippen. Ook hier zocht je je eigen kip uit ( dus wij ook), hij krijgt een nummerbandje om zijn poot, zodat ze wisten dat die kip van jouw keuze was. Hij werd ter plaatse gewogen, geslacht, geplukt, voor een deel schoongemaakt, even in een bak met koud water gedompeld voor de afkoeling en hup in een plastic zak mee de camper in. Hoe vers wil je je kip hebben? Dit was gelukkig niet onze eerste keer dat we op deze manier een kip kochten, dus je raakt er ook wel aan gewend dat het op deze manier gaat. En geloof ons, dat is niet alleen bij het kopen van een kip het geval.

Dan maar weer verder. De wegen waren goed, dus de kilometers liepen ook vrij snel door de meter heen. Na 79 kilometer kwamen we aan in Akloun. Het was inmiddels al weer aardig heet, en we besloten hier een plekje te zoeken om te overnachten. Even buiten het dorp vonden we een klein maar prachtig soort parkje met een stromende beek, zodat de honden ook even heerlijk konden afkoelen. Het was er rustig en na het kijken van een filmpje waren we om elf uur in bed. Echter om twaalf uur werden we wakker gemaakt door een meneer die op een heel rustige manier onze aandacht vroeg. Ik liep naar buiten en begreep dat hij van de politie was, maar wel in burger en met een vrij oude auto. Het verhaaltje dat we wel al eerder hadden gehoord kregen we wederom te horen: “Het spijt me , maar we kunnen uw veiligheid hier niet garanderen.” Of we hem maar wilden volgen…….. Op een of andere manier straalde hij vertrouwen uit, dus alles inpakken en achter hem aan. Ik was wel alert en dacht; zodra ik het gevoel krijg dat iets niet klopt, dan peer ik hem. We reden de stad weer in waar de gendarmerie gevestigd is. We reden die ook voorbij, maar even daarna, bij een ander groot park, waar ook faciliteiten waren zoals water, toiletten en afvalbakken (midden in de stad) mochten we op een grote parkeerplaats staan. Deze plaatsen worden namelijk de hele nacht beveiligd. De volgende ochtend concludeerden we dat intuïtie toch een mooi instrument is. We zijn tijdens onze reis steeds meer daarop gaan vertrouwen, zonder dat het ons in de steek heeft gelaten.

Dan maar weer vertrekken en we kwamen langzamerhand in Noord-Marokko aan. We hadden al gelezen dat Noord-Marokko zeer Spaans georiënteerd is en dat was te merken. We hebben de 361 kilometer naar de grens maar zo snel mogelijk afgelegd. Als je vijf maanden in Marokko bent geweest, dan is dit een cultuurshock die we over ons heen kregen. Bij de grens verliep alles vlotjes en zodra we op het Spaanse deel waren was het ook gelijk weer een en al bloot. Blote buiken, blote benen en blote armen.

Op de camperplaats in Ceuta (Spaans deel van Marokko) zouden we blijven staan, maar meteen vervelende kinderen naar de honden toe heeft ons doen besluiten om maar de boot te nemen en meteen over te steken. Ondanks de vermoeidheid, mede door de warmte, liep de rest eigenlijk best voorspoedig. Alleen op de boot moesten we met de honden op het dek zitten, waar het vrij fris was, en we hadden geen trui meegenomen, naar de camper konden we niet terug. Dus toch maar weer naar binnen toe en toen we wederom gemaand werden om naar buiten te gaan hebben we maar een andere kant op gekeken en toen lieten zij het er ook maar bij.

Aangekomen in Spanje reden we naar een pompstation met LPG, waar je ook mocht overnachten en dat hebben we gedaan. De volgende dag zouden we naar Sevilla rijden, een tocht van 151 kilometer, maar eerst nog even LPG tanken en dat wilde niet meteen lukken. De jonge kassamedewerker sprak gelukkig Engels, wat je in Spanje ook niet al te vaak tegen komt. Hij had gestudeerd in Engeland, zo vertelde hij ons, maar kreeg teveel last van heimwee naar zijn vrienden, familie en het weer, maar hij was blij dat hij nu even Engels met ons kon praten. Na wat gezellig gebabbeld te hebben vertrokken we toch maar richting Sevilla. Daar zouden we onze camper laten keuren voor de APK, die volgens de RDW gecertificeerd was voor de Nederlandse APK keuring. Onze tocht door Marokko had danig aan het profiel van onze banden gevreten. Nou was het niet zo dat ze daar op afgekeurd zouden kunnen worden, maar het zou niet verkeerd zijn om ze te vervangen. Dus onderweg nog maar even alle banden vernieuwd, en op naar de camperplaats vlak vóór Sevilla. In de middle of nowhere, bij een camper/caravanstalling konden we voor € 5,00 één nacht staan, inclusief, water toilet en loosplaats. De toilet/doucheruimte was in een apart schuurtje gemaakt, maar ontzettend lux en mooi, met zo’n grote regen-douchekop, waar je heerlijk met zijn tweeën onder kunt. Dat was wel weer even iets anders dan in onze halve vierkante meter douchecabine…. Het was leuk, maar eigenlijk heb je gewoon niet meer nodig dan de plek waar je kunt staan.

De volgende dag besloten we vroeg op zoek te gaan naar het APK servicestation. Met behulp van onze trouwe Tomtom, die we nu inmiddels pas hebben vervangen door een Garmin, kwamen we snel bij het servicestation aan. Het was een grote, goed geoutilleerde werkplaats, met zes ingangen. Toen we ons aanmelden bleek er één Spaanse monteur Nederlands te spreken. De normale gang van zaken was dat je van tevoren een afspraak moet maken, maar voor Nederlanders wordt er dan een uitzondering gemaakt en wordt je er tussendoor gepland. Buiten maar weer wachten op onze beurt. Op grote digitale borden aan de buitenkant konden we zien welke ingang we moesten hebben. Gelukkig duurde het niet zo lang en werden we geholpen. Hooguit twintig minuten later was alles gekeurd en was het akkoord, maar hij wilde toch wel even kwijt dat als hij voor Spaanse wetgeving zou zijn gekeurd, hij niet goedgekeurd zou worden want wij hebben zowel mechanische als luchtvering op de achteras en dat mag niet volgens de Spaanse wetgeving. Ook het scooterrek mag niet zomaar zonder toestemming van de dealer geplaatst zijn. Maar ,zo zei hij, in Nederland mag alles………. Wat ook niet in Spanje mag, je camper op blokken zetten zodat hij wat rechter staat. Als de politie dat ziet dan mag je blij zijn wanneer hij je alleen maar waarschuwt. In vele gevallen is het meteen een bekeuring. Dit hebben we zelf niet meegemaakt maar wel van horen zeggen. Na de Spaanse monteur hartelijk bedankt te hebben gingen we met een rotgang op weg naar Portugal.

Lieve mensen tot dan.

Bijna ingeburgerd in N’Kob, 70 dagen

Bijna ingeburgerd in N’Kob,

3 februari reden we uiteindelijk toch N’Kob (Zuid-Marokko) binnen en met veel verwachtingen en grote nieuwsgierigheid, naar Kees en Bea, die hier al ruim vier jaar wonen. Wij hebben hen ontmoet op doorreis in Bulgarije, dus als eerste gingen we op weg naar hun huis. De Tomtom verwees ons naar een klein zijstraatje van de hoofdstraat, maar die dorstten we in eerste instantie niet in te gaan. We wisten niet waar dat eindigde en keren was zo te zien uitgesloten. Dus maar even vragen waar Kees en Bea woonden aan de locals, maar we moesten toch het straatje in en dat was ook helemaal geen probleem. Net voorbij hun huis konden we de camper parkeren op een soort inham. Na een hartelijke ontvangst met thee, koffie en fris en zelfgemaakte cake konden we uiteraard verslag doen van onze bevindingen van Marokko tot nu toe, waarop wij natuurlijk meteen grote hoeveelheden informatie kregen. Na een uurtje besloten we naar de camping toe te gaan. Kees hielp mij met keren, wat overigens maar net ging. We reden een stukje terug naar de enige camping van dat mini-stadje. Want het is een stadje, maar het doet wel erg dorps aan. We werden ontvangen door Yidir en we zochten een staanplaats uit, die we na twee dagen inruilden voor een plek met meer zon. Het was een goede camping, waar je ook buiten het huren van een berbertent ook eenvoudige kamers kon huren met alleen een bed. Er was een zwembad en centrale douches en toiletten en een aantal water tap-punten. Onze luifel ging uit en werd verlengd met een zeildoek voor extra schaduw. We hadden onszelf een lekkere ruime plaats toebedeeld, maar waren ook wel van plan om er wat langer te blijven. Die tijd werd ook steeds langer, omdat we gedurende die periode het gevoel kregen dat we hier thuis hoorden. En zeker na zeventig dagen dat we daar hebben gestaan en nu nog zou het voor ons een plaats kunnen zijn om te verblijven. We werden de volgende dag door Kees en Bea uitgenodigd om te lunchen bij Ahmed.

Ahmed heeft een “Maison d’hôte” met een zestal zeer nette kamers met toilet en douche, een mooie binnenplaats met wat bomen en zitgedeeltes, zowel in de zon als in de schaduw. Buiten dat is Ahmed de spil in het stadje qua informatie voor een ieder. Ook organiseert hij wandeltochten door de bergen en regelt alles wat maar te regelen valt voor zowel inwoners als toeristen. Gedurende die tijd hebben we hem zeer weten te waarderen en respecteren. Het typerende aan hem was dat je hem nooit zag lopen, maar dat hij ineens voor je neus stond. Deze gewaarwording was voor ons elke keer weer een verrassing. Het leek alsof hij een geest was en op de juiste momenten zich manifesteerde. We hebben veel aan hem te danken, zo ook aan Kees en Bea, al was het alleen al om dat zij ons aan Ahmed hadden voorgesteld. Na de lunch stelde hij zijn vrouw Ada en zoontje Mohammed voor, een jongetje van nog geen één jaar. Toen vernamen wij hoe verschillend deze cultuur met de onze is en hoe anders dan wat we weleens hadden gehoord en/of gelezen. Zo’n jongetje als Mohammed blijft tot zijn twaalfde jaar ongeveer kind, daarna is het afgelopen. Dan komt de harde hand van de vader te pas om hem volwassenheid en respect bij te brengen. Die krijg je niet, maar die wordt vereist. Na deze dag hebben we nog vaak met Ahmed op een terrasje thee gedronken en elke keer hadden we wel een onderwerp om met hem van gedachten te wisselen betreffende de cultuur. Zijn vader had vele jaren in Frankrijk gewerkt en Ahmed wist ook van daaruit best veel over de westerse cultuur. Op de vraag van ons aan hem of hij dat niet moeilijk vond, haalde hij zijn schouders op en zei:” wij leven in onze cultuur en respecteren de andere”. We waren er even stil van, want daarmee was alles gezegd, wat een wijsheid.

De inwoners van N’Kob bestaan uit praktisch alleen maar Berbers en het is slechts vijftig jaar geleden dat de koning van Marokko de Berbers in deze streek, die grotendeels nog als nomaden leefden het voorstel deed dat zij een huis konden krijgen plus een stukje grond in ruil voor hun nomadenbestaan, maardat zij dan hun kinderen naar school meosten laten gaan. Een groot deel van de nomaden heeft dat aanbod geaccepteerd, maar leven nog wel zoals zij in hun tenten leefden. Kussens op de grond, slapend op de grond, kokend op de grond en voor de rest nauwelijks meubels. Langzaam komt daar verandering in mede doordat de jeugd naar school gaat en doordat ze door de invloed van televisie ook een andere levensstijl wensen. Maar wat blijft, de wijze waarop ze respect hebben voor anderen en hun bezittingen. Zo mogen ze, afhankelijk van de grootte van hun tuintje gedurende een bepaalde tijd water laten doorstromen (vanuit de ondergrondse rivier). Niemand zal het in zijn hoofd halen om meer te nemen dan is toegestaan, de sociale controle is altijd aanwezig en bij overtreding wordt je wel aangesproken, gebeurt dit vaker dan kun je beter verhuizen. Dit soort controles gebeurt niet door de politie of, zoals in N’Kob, door de gendarmerie. Deze laatsten komen alleen maar in beeld als onderlinge conflicten niet opgelost kunnen worden. En dan vaak nog op afstand. Zo doet er een verhaal in de rondte dat er onenigheid was tussen twee dorpen en er kwam maar geen oplossing. Op een gegeven ogenblik heeft de gendarmerie hulptroepen laten komen en die in het stadje ervoor paraat laten zetten. Vervolgens deed de tamtam de rest van het werk. De dorpen die het conflict hadden met elkaar vernamen dat er manschappen waren gearriveerd om de rust af te dwingen. Dit bracht hen tot overleg (polderen) en het was in no-time opgelost. Een andere situatie was dat er het vorig jaar na drie droge jaren in N’Kob nauwelijks nog water was. Een uurtje water per dag en soms dat zelfs niet. De instantie die het water beheerde kon niet voldoen aan de wensen van de inwoners. De jeugd, die al wat mondiger werd, die ging de straat op. Elke dag maar weer met spandoeken, niet meer dan dat. Een voorbeeld functie voor de westerse wereld, er wordt niets vernield wat van een ander is. De overheid (gendarmerie) kreeg het een beetje benauwd dat het elke dag maar doorging en was bevreesd dat ook de ouderen zich achter de jeugd zouden scharen, want dan zou het weleens onhandelbaar kunnen worden. Zij hadden het geluk aan hun zijde, want uiteindelijk kwam er een bui, waar even geen einde aan scheen te komen. Behalve dan aan de protestmarsen. Door die droogte was de woestijn ook zo goed als leeggelopen. Putten stonden droog en er was geen groen voor het vee. Na de grote regenvallen van afgelopen najaar zijn een groot aantal nomaden weer teruggekeerd naar de woestijn. Tijdens onze tocht door de woestijn zagen we inderdaad ook veel groen en gevulde putten.

N’Kob is het stadje van de 45 kashba’s en de (Berberse)naam betekent “tunnel tussen de bergen”. We vroegen aan Ahmed hoe het huwelijk is geregeld en of er ook mogelijkheden tot echtscheiding zijn. Het huwelijk en het verkrijgen van een relatie loopt in eerste instantie via de ouders. Verplichte huwelijke worden er niet meer afgesloten. En wat betreft de scheiding, die wet is onlangs aangescherpt, in het voordeel van de vrouw. (zo lijkt het) Wanneer iemand wil scheiden, dan moet hij eerst naar de Imam gaan om daar toestemming te vragen. Hij probeert eerst te bemiddelen en mocht dat niet helpen dan zal hij op een gegeven ogenblik zijn toestemming uitspreken, waarna de scheiding voltrokken kan worden. De man blijft verantwoordelijk voor de kosten van levensonderhoud van zijn ex-vrouw en kinderen. Op onze vraag of het mogelijk was meerdere vrouwen te huwen zei hij: “afhankelijk van het inkomen, want je moet aan kunnen tonen dat je het levensonderhoud van meerdere vrouwen en ook kinderen kunt bekostigen”. Dit geld niet voor de wet, voor de wet kun je maar één vrouw hebben, echter volgens de Islam mag je meerdere vrouwen hebben, als je die kunt onderhouden. Een traditie bij de Islam is dat je vrijdags iemand uitnodigt om Couscous te eten. Yidir (de beheerder van de camping) nodigde ons een paar keer daarvoor uit en na het nuttigen van zo’n maaltijd spraken we ook met hem over cultuur en een van de vragen was, hoe je aan een meisje kwam? Het loopt als volgt: je ontmoet iemand die je wel aardig lijkt, praten is daarbij niet aan de orde, af en toe stiekem kijken is daar de hoofdregel van. Vervolgens maak je dit bekend aan je ouders, die dan op een gegeven ogenblik contact opnemen met de ouders van het betreffende meisje. Na een bepaalde tijd ontstaat er een ontmoeting bij het meisje thuis, waarbij de jongen en het meisje in het bijzijn van de ouders kennis mogen maken. In de periode die daarop volgt mogen de jongen en het meisje elkaar ontmoeten in het bijzijn van familieleden zodat het jonge stel met elkaar kennis kann maken en afspraken maken over hoe zij het leven en eventueel huwelijk zien zitten. Op een gegeven ogenblik wordt het officieel gemaakt bij de wet, zoals wij dat noemen een verloving. Daarna mogen de jongen en het meisje zonder toezicht elkaar ontmoeten, ook de Imam speelt hierbij een rol en moet zijn toestemming geven. Indien alle partijen het eens zijn en het stel zover is dan wordt er getrouwd, zowel voor de wet als voor de Imam.

De Berberpopulatie vindt je niet alleen in het zuiden van Marokko, maar ook midden in Marokko is een sterke Berberpopulatie, maar wel met hun eigen dialect. We hadden in N’Kob al aardig wat Berber woordjes geleerd en deden onze boodschappen in het Berbers, maar tijdens onze tocht in de hoge Atlas kwamen we niet zo ver met onze vaardigheden.. Wel merkten we dat de mensen het ontzettend waardeerden dat we hun taal probeerden te spreken. In N’Kob wordt buiten Berbers ook Arabisch gesproken. Wij spraken af dat Olga de Arabische woorden zou leren en ik de Berberse. Als we boodschappen gingen doen namen we ons opschrijfboekje mee en lieten dan de woorden en/of producten die we nodig hadden zowel in het Berbers, als Arabisch door die persoon opschrijven. Dit zorgde er meteen voor dat mensen ons gingen herkennen en dat we niet alleen maar toeristen waren. Menigeen zei ons: ”als je vier jaar bij ons blijft, dan heb je het boekje niet meer nodig, dan kun je wel zonder”. Wij hebben regelmatig met elkaar gesproken over of we hier voorgoed zouden kunnen leven en ja dat zouden we zeker. Alleen nu nog niet. Het reizen zit ons nog teveel in het bloed om dat nu voorgoed los te laten, maar voor tienduizend euro heb je hier wel een huisje met binnenplaats en voldoende ruimte en de kosten voor het levensonderhoud zijn hier laag. Het aanbod van producten is niet meer dan wat je dagelijks nodig hebt. Ook al zijn er vele winkeltjes, die verkopen allemaal dezelfde artikelen voor praktisch dezelfde prijs. Het leven in zo’n stadje moet je absoluut niet door onze westerse ogen gaan aanschouwen, want dan kom je op een waardeoordeel uit wat geen recht doet aan de bevolking van dit stadje. Zo kwamen we terecht bij de schoenmaker, waar drie mensen op de grond in het duister zaten te werken en dit even als voorbeeld. Maar problemen oplossen, vaktechnisch gezien, dat kunnen zij nog wel, waar we in het westen geen weet meer van hebben. Je moet hier ook niet komen met een oplossing voor een probleem. Hier vertel je je probleem en zij lossen het op volgens hun manier en mogelijkheden. We hebben ons ontzettend verbaasd bij het grote aantal slagers, waarbij het vlees buiten in de volle zon hing. Wat zij doen om het vlees te beschermen is het vlees inpakken in linnen doeken of luchtdicht verpakken in plastic folie. En ook zo blijft het vlees een aantal dagen goed. Als we het vlees willen vergelijken met bijvoorbeeld in Nederland dan zijn er twee grote verschillen. Als wij in Nederland een stukje mals vlees eten, zeggen we : ”wat lekker”, maar dan hebben we het niet echt over de smaak. Daar heb je vooral veel kruiden voor nodig, want aan ons vlees, rauw geproefd, zit niet meer zoveel smaak. Totaal anders is het hier. Het vlees heeft door de grote verscheidenheid van voer (planten en kruiden) een bijzonder volle smaak, maar doordat de beesten in kuddes door de bergen al grazend lopen is het vlees niet mals….. en moet je het lang laten sudderen of gehakt van laten maken. (köfte)

Tijdens de lunch bij Ahmed merkten ze mijn enthousiasme voor het gerecht wat Ada had gemaakt met de tajine op en ze nodigden mij uit om bij hun thuis te komen koken. Later werd mij verteld dat het heel bijzonder is dat een man uitgenodigd wordt om in de keuken met de vrouw te koken. Deze uitnodiging heb ik met beide handen aangegrepen en na een paar weken was het zover. Op aanwijzingen van Ada mocht ik het gerecht maken. Ahmed had Kees en Bea ook uitgenodigd en zo zaten we weer met zijn vijven te lunchen. Na afloop kwam Ada nog even vragen of alles gesmaakt had en bleef nog een beetje bij ons hangen. Dat Ada niet echt bij ons aanwezig was had meer te maken met het feit dat zij geen Engels sprak. Normaal gesproken leven de mannen en vrouwen wel gescheiden van elkaar. Op feesten en begrafenissen zitten de vrouwen in de ene kamer en de mannen in de andere. De feesten worden hoofdzakelijk georganiseerd door de vrouwen. Begrafenissen zijn een taak van de mannen. Overlijd er iemand dan wordt die op dezelfde dag nog begraven en dit alles wordt door de mannen uitgevoerd.

Wij mogen als westerling drie maanden in Marokko verblijven. Veelal wordt er gesproken over een visum, echter dat is onjuist. Europeanen hebben geen visum nodig, echter een verblijfsvergunning. Mocht je langer willen blijven dan die drie maanden moet je opnieuw toestemming vragen bij de politie. N’Kob heeft geen politie. Dit zou betekenen dat we elders naar toe moesten en daar hadden we eigenlijk geen zin in. Kees besprak dit met Ahmed en Ahmed, die natuurlijk een vriend had bij de politie in Zagora (hij heeft overal zijn vrienden) belde hem op en overlegde hoe wij dit verzoek om verlenging van verblijf op een andere manier konden regelen. De oplossing was eenvoudig en simpel. We moesten de nodige documenten in N’Kob bij het gemeentehuis laten legaliseren, dat kwam neer op drie copies van elk paspoort, datum van binnenkomst in Marokko en registratienummer bij binnenkomst, vier pasfoto’s, een proforma factuur van de camping, dat we daar nog twee maanden zouden blijven. Olga heeft samen met Kees deze papierwinkel geregeld. Met al deze gegevens moesten we naar de gendarmerie en die zouden dan de spullen aan moeten vragen bij de politie in Zagora. Aangezien zij dat nog nooit hadden gedaan wilden ze ons doorsturen naar Zagora. Kees was met ons meegegaan en belde ter plekke Ahmed op die vervolgens Mustafa (de politiebeambte) de afspraak die hij had gemaakt met de politie in Zagora uiteenzette. Toen het voor Mustafa ook duidelijk was, en na nog een telefoontje met de commissaris in Zagora, gaf hij ons te kennen dat hij helaas niet in het bezit was van de juiste formulieren om in te vullen en die moest hij eerst vanuit Zagora laten opsturen. Maar tijd genoeg, dus maak je geen zorgen. Kom volgende week maar terug. Het is zo dat, zodra je iets hebt aangekaart bij een officiële instantie, je ook geen zorgen meer hoeft te maken. Als het proces langer duurt dan wenselijk dan is dat niet jouw schuld en zit daar ook geen consequentie aan vast. Toen wij na een week terug gingen om het formulier (in viervoud) in te vullen en de nodige copies hadden afgedragen waren wij al eigenlijk verzekerd van de verlenging, ondanks dat het nog niet door de hogere instanties was goedgekeurd. De aanvraag ging naar Zagora, vervolgens met een aantal stempels naar Rabat, met nog meer stempels terug naar Zagora en vanaf Zagora naar N’Kob. We kregen het document niet eerder dan op de dag dat onze eerste verblijfsvergunning was afgelopen. Het was er al wel en we waren er ook al twee keer geweest, maar het enig wat we te horen kregen was: ”geen probleem, het komt wel” en jawel op de laatste dag van de eerste termijn stond Mustafa ’s morgens vroeg al op de camping om ons het document te overhandigen. Toen wij eerder dan verwacht toch N’Kob verlieten stond Mustafa wederom bij de camper om bevestigd te krijgen dat we weggingen. Wederom legde hij ons uit dat alle papieren goed waren en dat we tot de einddatum van ons tweede verblijf in Marokko mochten blijven. Deze manier van communiceren vindt je bij alles en iedereen terug, wanneer ze je iets uitleggen doen ze dat twee, drie of zelfs vier keer. We merkten op een gegeven ogenblik dat wanneer je ná de uitleg nog iets zei, het nog een keer uitgelegd werd. De oorzaak hiervan ligt hem in het feit dat zij het laatste woord willen hebben.

Kees en Bea hebben ons een aantal keren meegenomen op een wandeling rond de oase N’Kob en ons vertelt over de ondergrondse rivier die goed te volgen was als je weet hoe je die kunt zien. Om de ongeveer twintig meter is er een put geslagen en deze putten zijn bedoeld om de rivier te volgen en de doorstroming van het water in de gaten te kunnen houden zodat bij eventuele instortingen de plek makkelijk vast te stellen is. Op sommige plekken komt de rivier naar de oppervlakte en daar wordt dan water uitgetapt voor de tuinen en komen vrouwen tezamen om de was te doen. Ze komen daar ’s morgens met kruiwagens vol was en staan dan uren in de rivier te wassen, te spoelen en te wringen om vervolgens met kruiwagens vol natte was huiswaarts te gaan om de was te laten drogen. Uit respect ga je daar niet staan kijken, je ziet hoe het gebeurt op het moment dat je erlangs op loopt en dat is dat. Foto’s maken is al helemaal uit den boze. Tijdens deze wandelingen hebben we een goed beeld gekregen van hoe de Berbers hier leven. Tijdens de wandelingen kwamen we ook veel vrouwen tegen die voortdurend aan het snoeien zijn en ladingen gesnoeid(?) mee naar huis nemen om te drogen. Olga en ik kwamen op een gegeven ogenblik op zo’n droogplek en zagen toen dat het allemaal verschillende soorten planten of kruiden waren die lagen te drogen. Op de markt (soek), die eens in de week op zaterdag en zondag wordt gehouden worden inderdaad ontzettend veel kruiden te koop aangeboden. Voor ons waren al die struiken die gesnoeid werden eigenlijk niet meer dan onkruid en voer voor de schapen en de geiten, maar voor de Berbers daarentegen was het ook eten en een bron van inkomsten, veel en zware arbeid werd daarvoor ingezet.

Onderweg naar N’Kob stond een man met pech. We hebben er al eerder over gesproken, maar nu blijkt dat het een speciale vorm is om producten te verkopen. Ze houden je aan omdat ze pech hebben, vragen om motorolie ( in ons geval) en uiten zich zo dankbaar dat ze je meenemen naar huis om thee te komen drinken. Daarbij praten ze zoveel en voortdurend met vele dankbetuigingen en beginnen ze te vertellen over hun leven en vooral over hun producten. Je ontkomt er niet aan om dan iets te kopen. In ons geval zijn wij niet ingegaan op hun aanbod om thee te komen drinken, eigenlijk is dat not-done, maar het is niet anders. Normaal gesproken, zoals we in Turkije meemaakten, wordt je uitgenodigd om thee te drinken of couscous te eten zonder bijbedoelingen. In deze streek lijkt het een manier om spullen aan de man te brengen, mede omdat die weg door vele toeristen wordt bereden. Het is ook de streek van de Argan-olie. Alleen in deze streek vindt je de Argan-bomen, met hun harde vruchten die zeer geliefd zijn bij geiten die zelfs daarvoor de bomen in klimmen en de vruchten eten en de pitten uitspugen. Die pitten geperst brengen een heel bijzondere olie voort die zowel voor de consumptie alsmede voor de cosmetica zeer waardevol is. Vele top-chef-koks uit Europa gebruiken deze bijzondere olie in hun gerechten en het verkrijgen van deze olie is niet zonder risico, tenminste als je de zuivere olie wilt. Wederom via Ahmed zijn we aan deze olie gekomen en het is een heerlijke, maar zeer kostbare olie. Op www.arganolie.nl vindt je veel informatie over deze olie en waar je die kunt kopen. In Nederland is dat slechts bij twee bedrijven, waarvan één wordt aanbevolen. Omdat die zelfs “ niet goed, geld retourgarantie” aanbiedt. Wij raden jullie aan om eens op deze site te kijken. Het is echt de moeite waard.

Tijdens ons verblijf in N’Kob mocht ik mijn 66ste verjaardag vieren. Olga speelde voor mij op haar viool, eerst het lang-zal-ze-leven en daarna de wals van Brahms. Ook kreeg ik van haar een kleurrijke sjaal waar Amazigh wat Berber-taal betekent met natuurlijk de berbertekens en in de kleuren van de Berberse vlag. Ook hebben we dit Berberteken op onze camper laten schilderen, met daarbij de titel van ons reisgedicht: “Ithaka”. Enkele woorden in het Berbers zijn: goeiendag Azul, hoe gaat het? Isthenn; Tot ziens Bislemma; eet smakelijk stisint. In de oorspronkelijke oude Berber-taal worden geen klinkers gebruikt en de oude schrijfwijze lijkt op Chinese tekens.

Wat ons het meest is bijgebleven is dat de mensen ons op een gegeven zijn gaan herkennen en daarmee ons het gevoel gaven één van de hen te zijn. We zijn ontzettend dankbaar voor deze 70 dagen en alle hulp en vriendelijkheid die we gekregen hebben van vele mensen uit N’Kob. We gingen weg met de gedachte om in december weer terug te keren, maar ja, we zijn reizigers en geen overwinteraars. Nu ligt in de planning om naar Tunesië te gaan. (ook Afrika) en misschien komen we dan iets verder Afrika in, wat dit keer niet is gelukt door diverse omstandigheden, waaronder veiligheid.

Op dit moment is het 30 mei, en zitten we in de Alantejo in Portugal. Dus ons volgend verslag zal over tussentijdse periode gaan. Dus tot dan, veel liefs van ons.

Een dag uit het dagboek van Olga

Een dag uit het dagboek van Olga !! (AĂŻt Ben Yacoub 2015-05-05)

Nog een geluk bij een ongeluk: De weg die we hadden uitgestippeld bleek werk in uitvoering te hebben over een lengte van vijfentwintig kilometer. Dat betekent stapvoets rijden en enorm opletten dus niet wenselijk. We hebben een andere route bepaald en die bracht ons aan het begin van de middag vlak bij een meer ! Het is doodstil hier, af en toe laat een ezel of schaap in de buurt van zich horen.

Vandaag drie bijzondere ontmoetingen!

  1. Een ontmoeting met een stenen/mineralen man, die goed Engels sprak en aan het meer zijn stenen kwam wassen. Hij liet drie prachtstukken zien: een rozet van rode kristallen, een grote kwarts en een fossiel die doormidden gekliefd was en gepolijst. Er zijn erg veel mijnen in deze streek. Met hem hebben we koffie gedronken en hij heeft ons nog wat Berber woordjes geleerd, alhoewel hij ook vertelde dat er even zoveel dialecten zijn als Berberstammen en dat ze lang niet altijd met elkaar kunnen communiceren.
  2. Wij zijn naar het vlakbij gelegen hotel gelopen en hebben kennis gemaakt met Mohammed. Dit is zijn allereerste dag, nadat de vorige pachter er 20 jaar gezeten had. Mohammed laat ons het (lege) hotel zien en vertelt dat meubels en zo nog moeten komen. Het is juist vandaag heropend. We drinken thee en praten zo goed mogelijk in het Frans met elkaar. Hij heeft drie grote problemen vertelt hij: geen bereik van telecommunicatie, geen elektriciteit, want de generator is stuk en een toegangsweg in zeer slechte staat ( dat hadden wij ook al gemerkt). Hij geeft blijk van veel gevoel voor humor te hebben. Hij vertelt vol overgave dat hij hier afgelopen winter ingesloten heeft gezeten vanwege de hoge sneeuw ( tot wel 2 meter). Zijn brood was op, heftig…..We bieden aan om morgen couscous met hem te delen en dat neemt hij aan. Een erg leuk gesprek en wat een moed…. Hij is ook Berber en trots daarop.
  3. Als we terugkomen bij onze camper is er een Marokkaanse familie neergestreken in de buurt. De man begint een gesprekje met ons in goed Frans en stelt iedereen, inclusief vrouw en kinderen netjes aan ons voor. Als hij vraagt wat we al van Marokko gezien hebben bedoelt hij welke steden, maar wij hebben alleen natuur gezien.

Speuk van de dag:

Weerstand is een uitdaging die je niet aannam!

(uit Tao-Zen De weg van niet-dwang)